Landstede Groep

Paragraaf 8.4 Je bloedsomloop

8.4  Je bloedsomloop
Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8.4  Je bloedsomloop
Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
• Je kunt uitleggen hoe het bloed door je lichaam stroomt.
• Je kunt uitleggen hoe het hart werkt.
• Je kunt uitleggen hoe de bloedsomloop werkt.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Leerdoel 1
• Je kunt uitleggen hoe het bloed door je lichaam stroomt.
- Je kent het begrip dubbele bloedsomloop en kunt uitleggen wat hiermee bedoelt wordt.

Slide 4 - Slide

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
Zuurstof in het bloed

Slide 5 - Slide

Leerdoel 2
Je kunt uitleggen hoe het hart werkt.
- Je kunt de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
- Je kunt beschrijven welke weg bloed aflegt als het door het hart stroomt. Hierbij benoem je ook de juiste bloedvaten en kleppen.
- Je kunt de verschillende fasen van een hartslag benoemen en uitleggen wat er tijdens zo`n fase gebeurt.


Slide 6 - Slide

De pomp
Alsof je iemand  aankijkt!!

Hart is een holle spier
2 boezems,2 kamers,tussenwand,hartkleppen



Slide 7 - Slide

De kleppen
Hartkleppen: Tussen boezem en kamer
Slagaderkleppen: tussen slagader (longslagader en aorta) en kamer 

Taak: zorgen dat het bloed één kant op stroomt. 


Stroomt het bloed terug dan gaan de kleppen dicht. 

Slide 8 - Slide

Hoe stroomt het bloed door het hart?

Slide 9 - Slide

Hartslag: 3 stappen

Slide 10 - Slide

Energie
Kransslagaders
Zuurstof en glucose

Kransader
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Herhaling

Slide 13 - Slide

Hoe stroomt het bloed door het hart?

Slide 14 - Slide

Bloedvaten
Bloedvaten met een afwijkende naam

Aorta
Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Kransslagader
Kransader
Poortader


Slide 15 - Slide

Opdracht
We beginnen in de rechterkamer, de cellen in je nieren hebben zuurstof nodig. 

Beschrijf de weg die een rode bloedcel aflegt.
Noem hierbij de onderdelen van het hart en de bloedvaten in de goed volgorde.

2* vanaf de darmen naar de hersenen
3* vanaf de kleine teen naar de aorta
4* vanaf de longen naar de lever

Slide 16 - Slide

Weg rode bloedcel
Darmen -----> Hersenen

Slide 17 - Open question

Weg rode bloedcel
Kleine teen ----> Aorta

Slide 18 - Open question

Weg rode bloedcel
Longen ------> Lever

Slide 19 - Open question

Teken een doorsnede van het menselijk hart.

Benoem linkerboezem, rechterboezem, linkerkamer, rechterkamer, hartkleppen, slagaderkleppen.

Slide 20 - Open question