What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Herhalingsles hoofdstuk 4 para. 4.1 & 4.2. & 4.3
Welkom V1D
Herhalingsles hoofdstuk 4
paragrafen. 4.1 & 4.2. & 4.3
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Economie & Ondernemen
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
1 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom V1D
Herhalingsles hoofdstuk 4
paragrafen. 4.1 & 4.2. & 4.3
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat gaan we doen?
Terugblik vorige lessen:
Paragraaf 4.1, 4.2, 4,3 en 4.4
Uitleg leerdoelen deze les:
Herhaling begrippen
Zelfstandig werken:
Korte oefentoets
Afsluiting
Slide 7 - Slide
Paragraaf 4.1
Hoe maak je dat?
Slide 8 - Slide
Wat is produceren?
A
het leveren van goederen en diensten
B
het maken van een film
C
het maken van goederen en het leveren van diensten
D
het leveren van goederen en het maken van diensten
Slide 9 - Quiz
Zet op juiste volgorde in de bedrijfskolom:
Slide 10 - Drag question
Productiekosten zijn:
A
kosten die een ondernemer heeft
B
kosten als je iets repareert
C
Alle kosten die je maakt bij het produceren
Slide 11 - Quiz
Sleep de foto's naar de bijhorende productiesectoren
Agrarische sector
Industriële sector
Dienstensector
Slide 12 - Drag question
Paragraaf 4.2
Wat levert het op?
Slide 13 - Slide
Productiefactoren
Natuur
Kapitaal
Arbeid
Grond waarop producten verbouwt worden
Gebouwen en machines die nodig zijn bij het produceren van een product
Inspanning van mensen voor het produceren van producten
Slide 14 - Drag question
Zijn dit concurrenten van elkaar?
en
A
Nee
B
Ja
C
Geen idee
Slide 15 - Quiz
Rosa heeft 540 euro verdiend door het knippen & kleuren van haren. De kosten waren 760 euro.
Hoeveel is de winst of verlies van Rosa?
Slide 16 - Open question
Paragraaf 4.3
Kan het sneller en beter?
Slide 17 - Slide
Paragraaf 4.4
Kan Nederland schoner?
Slide 18 - Slide
Wat is een technologische ontwikkeling?
A
Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen
B
Hulpmiddelen die gebruikt worden om te produceren.
C
Kapitaalgoederen kopen waarmee je kunt produceren
D
Alle bedrijven die vooruitgang nastreven.
Slide 19 - Quiz
Wat is een voorbeeld van duurzaam produceren?
A
De nieuwe elektriciteitscentrale wordt gestookt met steenkool
B
Voor iedere boom die in dit bos wordt gekapt, wordt er een nieuwe geplant.
C
Ook als er 's avonds niemand meer is, blijven in dit bedrijf de lichten branden.
Slide 20 - Quiz
Wat is recyclen?
A
Dingen die je koopt in een winkel
B
Producten die worden weggegooid
C
Het opnieuw gebruiken van afval
Slide 21 - Quiz
Opdracht
Doel: Maak de oefentoets die ik uitdeel
Tijd: 10 minuten zelfstandig werken.
Geen vragen en werk alleen.
Klaar? Dan gaan we de oefentoets klassikaal bespreken
timer
10:00
Slide 22 - Slide
Afsluiting
Leg uit:
Drie productiesectoren
Drie productiefactoren
Arbeidsproductiviteit
Slide 23 - Slide