This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
In een reactieschema zet je de beginstoffen vóór de pijl
In een reactieschema zet je de reactieproducten na de pijl
Zet de fasen er achter, met de juiste letters (g) (l) (s)
Voorbeeld: Methaan reageert met zuurstof en het vormt koolstofdioxide en waterdamp.
Methaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)