Rekenen

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Wat is de breuk bij deze taart?

1. ​8​​4​​
2. ​5​​8​​
3. ​8​​5​​
4. ​6​​8​​

Welk getal is de noemer van deze breuk en hoe noemen we het andere getal?

​6​​5​​

Hoeveelste deel van de taart is opgegeten?

1. ​10​​7​​
2. ​10​​3​​
3. ​7​​10​​
4. ​10​​4​​

Welk deel van de taart is nog over?

1. ​3​​1​​
2. ​8​​3​​
3. ​3​​8​​
4. ​8​​5​​

Welk deel van de pizza is opgegeten?

1. ​8​​5​​
2. ​5​​8​​
3. ​8​​3​​
4. ​8​​2​​

Bij de pizza links hoort
deze breuk

De rechter pizza is vereenvoudigd. Wat is de breuk van deze pizza?

​8​​2​​

1. ​4​​1​​
2. ​1​​4​​
3. ​8​​1​​
4. ​8​​4​​

Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.

​20​​4​​

Bij deze vraag kun je het plaatje gebruiken.

Welke bewering is juist?

1. ​3​​2​​isgroterdan​4​​3​​
2. ​3​​2​​isgelijkmet​4​​3​​
3. ​3​​2​​isgroterdan​8​​6​​
4. ​3​​2​​iskleinerdan​4​​3​​

Welke breuk is hier het grootst?

1. ​8​​5​​
2. ​10​​5​​
3. ​2​​1​​
4. ​5​​2​​

Jan en Bas kopen samen één chocoladereep.
Jan eet 7 stukken en Bas eet er 5.

Hoeveelste deel is er nog over?
Vereenvoudig het antwoord zoveel mogelijk.

1. ​18​​6​​
2. ​12​​6​​
3. ​9​​3​​
4. ​9​​6​​

Johan koopt een doos met koekjes en geeft dit aantal weg



Hoeveel koekjes blijven er in de doos zitten?

​4​​3​​

1. 12
2. 6
3. 2
4. 4

Met welke breuken hieronder kun je een gemengde breuk maken?

1. ​6​​8​​
2. ​5​​4​​
3. ​6​​12​​
4. ​8​​3​​

Schrijf deze breuk op als een gemengde breuk. Wat is dan het antwoord?

​6​​19​​

1. 2​6​​5​​
2. 2​6​​7​​
3. 3​1​​6​​
4. 3​6​​1​​

Schrijf deze breuk op als een gemengde breuk.

​7​​22​​

Wat is het antwoord op deze som?

6​10​​5​​−4​10​​8​​=

1. 1​10​​8​​
2. 1​10​​7​​
3. 1​10​​6​​
4. 2​10​​7​​

Wat is het antwoord op deze som?

​6​​2​​+5​12​​3​​

Wat is het antwoord op deze som?

​6​​1​​X72

1. 6
2. 36
3. 864
4. 12

Een zevende deel van 280?

1. 40
2. 30
3. 45
4. 70

Wat is het antwoord op deze som?

​8​​3​​X64

Wat is vier-zevende deel van 350?