Als je snelheden wilt omrekenen van m/s naar km/h, moet je vermenigvuldigen met 3,6. Reken 10 m/s om naar km/h
A
63 km/h
B
36 km/h
C
0,36 km/h
D
3,6 km/h
Slide 10 - Quiz
Als je snelheden wilt omrekenen van m/s naar km/h, moet je vermenigvuldigen met 3,6. Reken 41 m/s om naar km/h
A
1,14 km/h
B
1476 km/h
C
14,76 km/h
D
147,6 km/h
Slide 11 - Quiz
Als je snelheden wilt omrekenen van km/h naar m/s, moet je delen met 3,6. Reken 500 km/h om naar m/s
A
1800 m/s
B
180 m/s
C
139 m/s
D
13,9 m/s
Slide 12 - Quiz
Als je snelheden wilt omrekenen van km/h naar m/s, moet je delen met 3,6. Reken 200 km/h om naar m/s
A
56 m/s
B
65 m/s
C
720 m/s
D
5,6 m/s
Slide 13 - Quiz
Een rijdende auto heeft wielen met een omtrek van 150cm (let op!) De wielen draaien 10 omw/sec rond Formule: snelheid m/s = toerental wielen omw/s x omtrek wielen m
Slide 14 - Open question
Een toerental is aantal omwentelingen per seconde?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
De zuigers zijn gemonteerd aan de krukas
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Beweging van de zuiger. Hoe heet deze slag?
A
inlaatslag
B
compressieslag
C
arbeidsslag
D
uitlaatslag
Slide 17 - Quiz
viertakt betekend dat de beweging van elke zuiger 4 stappen kent.