Quiz Engels - woorden, getallen, dagen, maanden, klokkijken

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Basisschool
• Groep 6-8
• Leerjaar 1,2

Vandaag een quiz Engels

Good Luck!!

Quiz!

Vandaag een quiz Engels

Good Luck!!

Ronde 1: woorden

baas
(typ in het Engels)

avondeten
(in het Engels)

boos
(in het Engels)

wie
(in het Engels)

stom
(in het Engels)

dochter
(in het Engels)

1. tochter
2. daughter
3. daugter
4. daugther

tomorrow
(in het Nederlands)

Vandaag een quiz Engels

Good Luck!!

Ronde 2: tellen

Hoe zat het ook alweer?

- Let op het streepje vanaf 21

Deze zijn bijzonder:

- fifteen (15)

-fifty (50)

-eighteen (18)

-eighty (80)

- forty (40)

27
(in het Engels als woord)

88
(in het Engels als woord)

47
(in het Engels als woord)

92
(in het Engels als woord)

Vandaag een quiz Engels

Good Luck!!

Ronde 3:

dagen & maanden

Wat is dinsdag in het Engels?

1. Thursday
2. Wednesday
3. Saturday
4. Tuesday

Wat is zondag in het Engels?
(tip: denk aan hoofdletters)

Wat is "maart" in het Engels?

1. May
2. June
3. March
4. Meart

Hoe schrijf je "januari" in het Engels?
(tip: denk aan hoofdletters)

Vandaag een quiz Engels

Good Luck!!

Ronde 4: klokkijken

Hoe zat het ook alweer?

kwart over (in het Engels)

1. a quarter past
2. a quarter to
3. half past
4. o'clock

kwart voor (in het Engels)

1. a quarter past
2. a quarter to
3. half past
4. o'clock

Het is 11 uur
(in het Engels)

1. 11 o'clock
2. 11 hour
3. 11 clock'o
4. half past 10

half 5

1. half past 3
2. half past 4
3. half past 5
4. half past 6

Hoe vond je deze quiz?