Landstede Groep

1.2 Je omgeving ontdekken

Welkom
Telefoon thuis of in de kluis
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Ga in deze Lesson-Up
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon thuis of in de kluis
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen.
  • Zijn er vragen over het huiswerk?
  • Herhalen kennis van de vorige lessen.
  • Vervolg van paragraaf 1.2

Slide 2 - Slide

ademhalen
bewegen
voortplanten
ontwikkelen
uitscheiden
voeden

Slide 3 - Drag question

Sleep de organisatieniveaus van klein naar groot, van boven naar beneden, naar de vakjes aan de rechterkant. (T1)
cellen
weefsels
organen
orgaanstelsels
organismen

Slide 4 - Drag question

Ademhalings
stelsel
Beenderstelsel
Bloedvaten
stelsel
Spierstelsel
Verteringsstelsel
Zenuwstelsel

Zuurstof opnemen. Koolstofdioxide afgeven
Aansturen van het lichaam
Vervoeren van voedingsstoffen, afvalstoffen, zuurstof en koolstofdioxide
Opnemen van voedingsstoffen
Stevigheid, bescherming, beweging & vorm
Beweging

Slide 5 - Drag question

kleine stelschroef
objectief
diafragma
revolver
preparaatklemmen
grote stelschroef

Slide 6 - Drag question

Leerdoel vandaag

Je kent het verschil tussen gewervelden en ongewervelden.
Je kan een naam van een organisme opzoeken met een zoekkaart.
Je kan kenmerken van een organismen noemen.

Slide 7 - Slide

Indeling dieren
Indelen van dieren gaat in twee grote groepen:
Gewervelde dieren en ongewervelde dieren

Wat is het verschil?

Slide 8 - Slide

De stam van de gewervelden 
wordt onderverdeeld in 5 groepen

Slide 9 - Slide

Gewervelde dieren
Het dierenrijk kent 7 stammen. 

Eén van de stammen noemt men 'gewervelden'. 

Binnen de stam van de gewervelden zijn er 
5 groepen.
Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet. Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit wervels.
5 groepen
Ze hebben een wervelkolom die opgebouwd is uit wervels

Slide 10 - Slide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 11 - Slide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 12 - Slide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 13 - Slide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Kenmerken van gewervelden
De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid
2. De lichaamstemperatuur
3. De ademhalingsorganen
4. De manier van voortplanten
5. De leefomgeving / milieu

Slide 17 - Slide

   Uitzonderingen
Let op:
Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Je ziet op dit plaatje een gewerveld dier en een ongewerveld dier.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Noem een voorbeeld van een ongewerveld dier

Slide 21 - Open question

Om te achterhalen hoe een organisme heet kan je een zoekkaart gebruiken.

Het opzoeken van een naam heet determineren.
Hoe vind je een naam van een organisme?

Slide 22 - Slide

Pak de foto van opdracht 17 erbij.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Aan het werk!
Wat ga je maken? Van paragraaf 1.2 maak je opgaves: 13 t/m 16

Dit is huiswerk voor de volgende les. Schrijf het in je agenda.

Slide 26 - Slide