Landstede Groep

Tussentoets Interbellum

Kennistest Interbellum
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Kennistest Interbellum

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Gevolgen van de Eerste Wereldoorlog kunnen benoemen
  • Gevolgen economische crisis voor de opkomst van totalitaire stromingen
  • Kenmerken kennen van het fascisme, communisme en nationaal-socialisme
  • De belangrijkste politieke ontwikkelingen in  VS, Nazi-Duitsland , Italië en Rusland  (Sovjet-Unie) omschrijven

Slide 2 - Slide

Belangrijkste personen

  • Franklin D. Roosevelt (FDR)
  • Herbert Hoover
  • Lenin
  • Stalin
  • Adolf Hitler
  • Benito Mussolini


Slide 3 - Slide

WOI
WOII
Interbellum

Slide 4 - Drag question


De
lopende band zorgde voor goedkopere producten -> lonen kunnen stijgen -> stijging koopkracht -> meer vraag naar producten

Slide 5 - Slide

Wie was de uitvinder van de lopende band?

Slide 6 - Open question

De New Deal
A
Hoover
B
Roosevelt

Slide 7 - Quiz

Wat was geen onderdeel van de New Deal?
A
Oorlog voeren met Nazi-Duitsland om economie te herlanceren.
B
Staatsinvesteringen in economie.
C
Regulering van financiële sector.
D
Uitkeringen voor werklozen

Slide 8 - Quiz

De crisis in de VS werd vooral beeindigd door...
A
het aanleggen van grote publieke werken
B
het verhogen van de uitkeringen
C
WO II
D
de New Deal

Slide 9 - Quiz

Vrijemarkteconomie
A
Kapitalisme
B
Communisme

Slide 10 - Quiz


Welk woord hoort niet bij de bron?
A
Indoctrinatie
B
Propaganda
C
Persoonsverheerlijking
D
Collectivisatie

Slide 11 - Quiz

Wie is deze man?
A
Lenin
B
Stalin
C
Mussert
D
Mussolini

Slide 12 - Quiz

Gebruik de bron.
Wie is deze man?
A
Benito Mussolini
B
Adolf Hitler
C
Joseph Stalin
D
Anton Mussert

Slide 13 - Quiz

Wie was de bedenker van het fascisme?
A
Benny Mussolini
B
Bert Mussolini
C
Benito Mussolini
D
Bernard Mussolini

Slide 14 - Quiz

Welk begrip hoort NIET bij het fascisme?
A
verheerlijking leider
B
censuur
C
rassenleer
D
extreem nationalisme

Slide 15 - Quiz

Bij welk antwoord staan begrippen die allemaal juist zijn als het over nazi's gaat?
A
Democratisch, rassenleer, Mussolini
B
Mussolini, Hitler, antisemitisme
C
Fascisme, antisemitisme, Hitler
D
Hitler, antisemitisme, nationaalsocialisme

Slide 16 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van Hitlers politieke ideeën?
A
Meer lebensraum voor Duitsers
B
Antisemitisme (jodenhaat)
C
Rassenleer
D
Fascisme

Slide 17 - Quiz

Hoe kon Adolf Hitler aan de macht komen in Duitsland in 1933?
A
Hitler pleegt een staatsgreep
B
Het Duitse volk is ontevreden en ze stemmen op Hitler

Slide 18 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Antisemitisme
B
Rassenleer
C
Dictatuur
D
Gelijkschakeling

Slide 19 - Quiz

Welk kenmerk van de nationaal-socialisten past bij de afbeelding?
A
1 partij, 1 leider
B
Rassenleer
C
Militarisme
D
Nationalisme

Slide 20 - Quiz

Welk kenmerk van de nationaal-socialisten past bij de afbeelding?
A
1 partij, 1 leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer

Slide 21 - Quiz

Stelling: Volgens de Rassenleer van Hitler had het 'Joodse Ras' vooral blonde haren en blauwe ogen
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 22 - Quiz

Hitler is democratisch gekozen.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Welk begrip hoort niet in het rijtje thuis?

dictatuur - grondwet - Machtigingswet - Hitler
A
dictatuur
B
grondwet
C
Machtigingswet
D
Hitler

Slide 24 - Quiz

Noem twee kenmerken van een totalitair regime

Slide 25 - Open question

Einde

Slide 26 - Slide