This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Welke vorm van verzekering zou jij kiezen optie 1 of optie 2? Leg uit waarom?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Als jij je wilt dekken tegen de schade aan jouw auto en de schade aan derden neem je een
A
Cascoverzekering
B
WA-verzekering
C
All riskverzekering
D
Dat is niet te verzekeren
Slide 13 - Quiz
Als je een eigen risico neemt ...
A
Betaal je zelf bij schade alles
B
Betaal je zelf bij schade niets
C
Betaal je zelf bij schade een deel van de kosten
Slide 14 - Quiz
Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekeraar
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar
Slide 15 - Quiz
Met een opstalverzekering ben je verzekerd tegen ...
A
Schade aan jezelf
B
Schade aan je auto
C
Schade aan je woning
D
Schade die je maakt bij anderen
Slide 16 - Quiz
De schade die je hebt is €6000,-. De verzekerde waarde €10.000,-. De werkelijke waarde van je spullen is €20.000,-. Hoeveel krijg je van de verzekering?
A
€2000,-
B
€3000,-
C
€6000,-
D
€10.000,-
Slide 17 - Quiz
In de Bonus-Malus ladder zit je in trede 9 waarbij je 75% korting op je brutopremie van €2000,-. Hoeveel bedraagt de nettopremie?