This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
§2.4: Verhoudingstabellen
§2.1
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Doel van de les
Voorkennis activeren
Instructie
Verlengde instructie
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Slide 3 - Slide
Aan het einde van deze les...
... kun je rekenen met een verhoudingstabel.
... kun je aantallen met elkaar vergelijken.
Slide 4 - Slide
Voorkennis activeren
Slide 5 - Slide
Voorkennis activeren
Waarde van cijfers
Grote getallen (t/m biljoenen)
Delers en veelvouden
Even en oneven getallen
Decimale getallen
Afronden van decimalen en ronde getallen
Afronden in de praktijk
Afronden met contant geld
Verhoudingstabel
Wat weten we al?
Slide 6 - Slide
Welk getal is oneven?
A
28 742 130
B
3 382 832 432
C
19 489 291 758
D
1 636 364 433
Slide 7 - Quiz
Rond het getal 13,99822 af op 2 decimalen.
Slide 8 - Open question
Je koopt een zak chips (€1,49), fles cola (€2,47) en een fles shampoo (€5,33). Hoeveel betaal je als je contant afrekent?
Slide 9 - Open question
Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Verhoudingstabellen
Slide 11 - Slide
Verhoudingstabellen
Slide 12 - Slide
Verhoudingstabel
Slide 13 - Slide
Maak zelf een verhoudingstabel! Voor 1 200 pepernoten betaald Jan €48,-. Hij heeft maar 750 pepernoten nodig. Hoeveel euro moet hij betalen?
Slide 14 - Open question
Maak zelf een verhoudingstabel! Bij winkel A betaal je voor 8 pennen €7,20. Bij winkel B betaal je voor 11 pennen €8,80. Bij welke winkel ben je goedkoper uit?
A
Winkel A
B
Winkel B
Slide 15 - Quiz
Aan de slag
Maak de volgende opdrachten van §2.4:
Opdracht 61 t/m 70
timer
1:00
Slide 16 - Slide
Lesdoel
check
Slide 17 - Slide
Aan het einde van deze les...
... kun je rekenen met een verhoudingstabel.
... kun je aantallen met elkaar vergelijken.
Slide 18 - Slide
Lesdoelen:
Ik weet hoe ik moet rekenen met een verhoudingstabel.