Landstede Groep

H7 H7.3 en H7.4 Stelling van Pythagoras

Stelling van 
Pythagoras
Vlakke meetkunde
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1-4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Stelling van 
Pythagoras
Vlakke meetkunde

Slide 1 - Slide

Uit de vorige les
  • Je weet dat Pythagoras alleen kan bij RECHTHOEKIGE driehoeken

  • De vierkanten (kwadraten) van de 2 korte zijden even groot is als het vierkant (kwadraat) van de langste zijde

Slide 2 - Slide

Wat leer je in deze les?
  • De lengte van DE LANGSTE ZIJDE berekenen met de stelling van Pythagoras.

  • De lengte van EEN RECHTHOEKSZIJDE berekenen met de stelling van Pythagoras.

Slide 3 - Slide

7-2 Stelling van Pythagoras

Slide 4 - Slide

De stelling van Pythagoras
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  = 12         144 
AC  = 15          225
Langste zijde
(grootste vierkant)
Rechthoekszijden
(kleine vierkanten)

Slide 5 - Slide


Hoe groot is het vierkant aan de zijde van 12 cm?
A
48 cm2
B
12 cm2
C
144 cm2
D
24 cm2

Slide 6 - Quiz


Hoe groot is het vierkant aan de zijde van 13 cm?
A
109 cm2
B
130 cm2
C
139 cm2
D
169 cm2

Slide 7 - Quiz


Hoe groot is het andere kleine vierkant?
Zijde
kwadraat
RZ = 12 cm
RZ = ? cm
144
...
                 +
SZ = 13 cm
169
A
25 cm2
B
311 cm2
C
144 cm2
D
1 cm2

Slide 8 - Quiz


Hoe groot is zijde AC?
Zijde
kwadraat
RZ = 12 cm
RZ = ? cm
144
25
                 +
SZ = 13 cm
169
A
AC = 25 cm
B
AC = 5 cm
C
AC = 625 cm
D
AC = 12,5 cm

Slide 9 - Quiz

Wat weet je nu?
  • Je kent de stelling van Pythagoras
  • Je weet hoe je het schema moet gebruiken bij het rekenen   met de stelling van Pythagoras
  • Je kunt de langste zijde uitrekenen
  • Je kunt een korte zijde berekenen

Maak H7 Opg. 19, 21, 23, 24, 28, 30 + Nakijken

Slide 10 - Slide

7-3 Stelling van Pythagoras

Slide 11 - Slide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 4 cm
9
16                  +
SZ = 5 cm
25

Slide 12 - Slide

Hoe bereken je de langste zijde met de stelling van Pythagoras?
  1. Maak een schema en vul het linkergedeelte in. 
  2. Schrijf altijd de langste zijde onderaan.
  3. Bereken de kwadraten van de rechthoekszijden en tel ze op.
  4. Bereken de lengte van de langste zijde.                                                            Schrijf onder of naast het schema het                                                          antwoord. Rond zo nodig af op één decimaal.

Bijvoorbeeld: 
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 4 cm
9
16                  +
SZ = 5 cm
25
25=5cm

Slide 13 - Slide

Bereken de lengte van zijde BC
Rond af op 2 decimalen

Slide 14 - Open question

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = AC = ... cm
RZ = AB = ... cm

                  +
SZ = BC = ... cm

Slide 15 - Slide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 7 cm

                  +
SZ = ? cm

Slide 16 - Slide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
RZ = 3 cm
RZ = 7 cm
9
49                 +
SZ = ? cm
58

Slide 17 - Slide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
AC = 3 cm
AB = 7 cm
9
49                 +
BC = ? cm
58
58=7,6157...

Slide 18 - Slide

7-3 Stelling van Pythagoras
Zijde
kwadraat
AC = 3 cm
AB = 7 cm
9
49                 +
BC = 7,62 cm
58
58=7,6157...Dus7,62

Slide 19 - Slide

Welke stelling over de stelling van Pythagoras is fout
A
De driehoek moet een rechte hoek hebben
B
Door het schema te gebruiken hoef ik niet de vierkanten te tekenen
C
Als je 2 zijden weet kun je de 3e berekenen
D
A, B en C zijn wel goed!

Slide 20 - Quiz

A: Ja, De driehoek moet een rechte hoek hebben

Slide 21 - Slide

B: Ja, door het schema te gebruiken hoef ik niet de vierkanten te tekenen
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  = 12         144 
AC  = 15          225
Bijvoorbeeld: 
een vierkant van 15 bij 15 heeft 225 hokjes

Slide 22 - Slide

C; Ja, als je 2 zijden weet kun je de 3e berekenen
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  = 12         144 
AC  =          
Bijvoorbeeld: 
Je weet nu dat het grootste vierkant 225 moet zijn

Slide 23 - Slide

C; Ja, als je 2 zijden weet kun je de 3e berekenen
12 cm
9 cm
15 cm
A
B
C
Zijde        Zijde2

AB  =  9         81 
BC  =              ...

AC  = 15         225
Maar ook: 
Je kunt berekenen hoe groot het kleine vierkant zou zijn

Slide 24 - Slide

Wat weet je nu?
  • Je kent de stelling van Pythagoras
  • Je weet hoe je het schema moet gebruiken bij het rekenen   met de stelling van Pythagoras
  • Je kunt de langste zijde uitrekenen
  • Je kunt een korte zijde berekenen

Maak H7 Opg. 19, 21, 23, 24, 28, 30 + Nakijken

Slide 25 - Slide