Landstede Groep

4 rijken, fotosynthese, planten

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant
1 / 29
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 1 - Drag question

Zet op volgorde van 
groot naar klein:
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme
Celkern
DNA

Slide 2 - Drag question

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 3 - Drag question

Wat is de functie van de celkern?
A
Bepalen welke stoffen in en uit de cel gaan
B
Glucose maken
C
Alles regelen wat er in de cel gebeurt
D
Zorgen voor stevigheid

Slide 4 - Quiz

Wat zijn schimmels en bacteriën?
A
Producenten
B
consumenten
C
Reducenten

Slide 5 - Quiz

Een voedselketen begint altijd met een
A
Consument
B
Afvaleter
C
Reducent
D
Producent

Slide 6 - Quiz

Producent
Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken

Slide 7 - Drag question

Welke organismen doen aan fotosynthese?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 8 - Quiz

Welke organismen doen aan verbranding?
A
Planten en dieren
B
Bacteriën en schimmels
C
Alleen planten
D
Alles wat leeft (alle 4 de rijken)

Slide 9 - Quiz

glucose + zuurstof->
koolstofdioxide + ........... + energie
A
stikstof
B
warmte
C
beweging
D
water

Slide 10 - Quiz

Dit is nodig voor fotosynthese
Dit ontstaat bij fotosynthese
zuurstof
koolstof-dioxide
glucose
water

Slide 11 - Drag question

Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 12 - Drag question

Sleep de kaartjes 
naar de goede plek
Wortel
Bloem
Blad
Stengel

Slide 13 - Drag question

Wat zie je op de afbeelding
A
Een insect bestuift de bloem
B
Een insect bevrucht de bloem
C
Een insect vernielt de bloem

Slide 14 - Quiz

eicel
stempel
stijl
helmknop
helmdraad

Slide 15 - Drag question

wind
dieren
plant zelf

Slide 16 - Drag question

Alle planten zijn producenten!
A
Goed
B
Fout
C
Alle planten behalve waterplanten

Slide 17 - Quiz

Bloemen zijn organen van planten
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

grote kroonbladeren
plakkerig stuifmeel
geen geur
veervormige stampers
nectar
kleurige kroonbladeren
meeldraden hangen uit de bloem
geur

Slide 19 - Drag question

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 20 - Drag question

Zodra je een bloem ziet weet je: Deze plant kan zich..............
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanten
C
Nooit voortplanten

Slide 21 - Quiz

GESLACH-
TELIJKE 
VOORT-
PLANTING
ON-
GESLACH-
TELIJKE
VOORT-
PLANTING
Knollen
Bollen
Uitlopers
Stamper
Meeldraad
Wortelstokken
Stekken
Bloem

Slide 22 - Drag question

Hoe verspreidt deze plant zijn zaden?
A
wind
B
dieren
C
bloem zelf

Slide 23 - Quiz

De vruchten hebben een vleugel
Verspreiding door:
A
de plant zelf
B
dieren
C
de wind
D
zulke vruchten bestaan niet

Slide 24 - Quiz

De vruchten zijn kleverig
Verspreiding door:
A
de plant zelf
B
dieren
C
de wind
D
zulke vruchten bestaan niet

Slide 25 - Quiz

Glucose
Koolstof-dioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 26 - Drag question

De vruchten hebben haakjes.
Verspreiding door:
A
de plant zelf
B
dieren
C
de wind
D
zulke vruchten bestaan niet

Slide 27 - Quiz

Wat wordt hier verspreid?
A
een stuifmeelkorrel
B
een vrucht

Slide 28 - Quiz

Maak de voedselketen!
Tip: begin altijd met een producent
Kikker
Vlinder
Vlierbes

Slide 29 - Drag question