stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 3

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Laatste onderdeel voor de toets 

Planning 

Vandaag: herhalen 4.8 stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 

Morgen: oefentoets spelling en grammatica h3 en h4

Maandag 3 april: proefwerk spelling en grammatica h3 en h4

Samenvatting H3 en H4 doornemen

De samenvatting heb ik ook gestuurd via je Magistermail Leer/oefen niet alleen de samenvatting, maar gebruik ook je boek! 

Welke bijvoeglijk naamwoorden kunnen hierbij?

stoel

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

• Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 
  
• Vuistregel: de uitgang eindigt altijd op -en.
• goud + en
• hout + en
• Riet + en

Uitzondering

De uitzonderingingen zijn:

• plastic
• nylon
• linoleum
• kunststof
• aluminium

Rubber en rubberen mag allebei

Juf Linda kocht een staal... pen.

1. stalen
2. stale
3. stallen
4. stalle

Later woon ik in een karton... doos.

1. kartonen
2. kartonnen
3. kartone
4. kartonne

In de klas ligt een ..... vloer

1. linoliume
2. linolium
3. linoleumen
4. linoleum

Het paard liep tegen een (hout) kast aan.

Het grote papier... boek.

Deze trap is van aluminium.
Het is een ...... trap.

Een tent van nylon is een .... tent.

Zoveel mogelijk
stoffelijk bijvoeglijk
naamwoorden

Aan de slag met 4.8 

Opdracht 5,6 en 7