Maatschappelijk vraagstuk

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welk maatschappelijk vraagstuk houdt jou bezig?

We kunnen alleen van een rechtsstaat spreken als:
I. de staatsmacht gescheiden is.
II. burgers de staat als scheidsrechter accepteren.
III. er een grondwet is opgesteld.
IV. er ook sprake is van een sociale rechtsstaat.

1. I, II en III zijn juist.
2. III en IV zijn juist.
3. I, III en IV zijn juist.
4. Alle antwoorden zijn juist.

De trias politica berust op het idee:

1. dat politici corrupt zijn en dus gecontroleerd moeten worden.
2. dat burgers en overheid gelijk zijn aan elkaar
3. dat de verschillende machten gezamenlijk conflicten oplossen.
4. dat burgers beschermd willen worden tegen machtsmisbruik van de overheid.

Wat is het voornaamste verschil tussen privaatrecht en publiekrecht?

1. Bij privaatrecht staan organisaties tegenover elkaar, bij publiekrecht burgers.
2. Bij publiekrecht vervult de overheid geen rol, bij privaatrecht wel.
3. Bij publiekrecht is sprake van strafbaar gedrag, bij privaatrecht niet.
4. Bij privaatrecht staan burgers tegenover elkaar, bij publiekrecht staat een burger tegenover de overheid.

Nederland kreeg in 1789 zijn eerste grondwet, maar pas in 1917 kregen de mannen kiesrecht en de vrouwen nog twee jaar later.
Streep door en vul aan.
Nederland was tussen 1789 en 1917 WEL / GEEN rechtsstaat, want …

De Verenigde Staten kennen het principe van ‘plea bargaining’.
Leg uit wat plea bargaining precies inhoudt.

I. De macht van de huidige koning(in) in Nederland is kenmerkend voor een absolute monarchie.
II. De macht van de huidige koning(in) is beperkt door de grondwet.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist.
3. I en II zijn beide juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

Als de gemeente een nieuwe weg wil aanleggen, moet zij alle belanghebbenden de mogelijkheid geven bezwaar te maken tegen die weg.
Onder welk rechtsgebied valt dit?

1. Staatsrecht.
2. Bestuursrecht.
3. Privaatrecht.
4. Ondernemingsrecht.

Het doel van de trias politica is dat:

1. burgers hun eigenbelang kunnen nastreven.
2. burgers en overheid evenveel macht krijgen.
3. politici de vrije hand krijgen bij het besturen.
4. burgers beschermd worden tegen de overheid.

Na voetbalrellen neemt de politie tien supporters mee naar het bureau. Ze worden verdacht van geweldpleging en vernieling.
De politie mag de supporters:
I. een schikking aanbieden.
II. veroordelen tot een geldboete.
III. fouilleren.

1. Alleen I is juist.
2. I en II zijn juist.
3. Alleen III is juist.
4. I, II en III zijn juist.

Welke onderwerpen spelen een rol bij de verkiezingscampagne?

Welk onderwerp vind jij interessant?

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?

1. What current event is depicted? 2. How can you see that (name elements form the source)? 3. What is the artist's opinion? 4. How can you see that (name elements form the source)?