Landstede Groep
‹Return to search

Lowan thema 5 De kleding dag 3

De kleding
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De kleding

Slide 1 - Slide

de hoofddoek

Slide 2 - Slide

Wat ga ik leren?
Nieuwe woorden bij thema de kleding.

Slide 3 - Slide

Luister goed en zeg het woord na.

Slide 4 - Slide

de riem

Slide 5 - Slide

de sieraden

Slide 6 - Slide

de oorbellen

Slide 7 - Slide

de ketting

Slide 8 - Slide

de ring

Slide 9 - Slide

de armband

Slide 10 - Slide

de bril

Slide 11 - Slide

de tas

Slide 12 - Slide

de broekzak

Slide 13 - Slide

de rits

Slide 14 - Slide

de knoop

Slide 15 - Slide

het horloge

Slide 16 - Slide

Pak je schrift en je pen.

Slide 17 - Slide

Schrijf het meervoud in het Nederlands op jouw blad. 
Schrijf het woord dan in jouw eigen taal. 

Slide 18 - Slide

de hoofddoek - de hoofddoeken

Slide 19 - Slide

de riem - de riemen

Slide 20 - Slide

de sieraden - de sieraden

Slide 21 - Slide

de oorbel - de oorbellen

Slide 22 - Slide

de ketting - de kettingen

Slide 23 - Slide

de ring - de ringen

Slide 24 - Slide

de armband - armbanden

Slide 25 - Slide

de bril - brillen

Slide 26 - Slide

de tas - de tassen

Slide 27 - Slide

de broekzak - de broekzakken

Slide 28 - Slide

de knoop - de knopen

Slide 29 - Slide

de rits - de ritsen

Slide 30 - Slide

Pak je laptop of mobiel en log in

Slide 31 - Slide

het horloge - de horloges

Slide 32 - Slide


A
de bril
B
het glas
C
de zien
D
de kijkglas

Slide 33 - Quiz


A
de zip
B
het rist
C
de dicht
D
de rits

Slide 34 - Quiz


A
het horloosje
B
de tijd
C
de klok
D
het horloge

Slide 35 - Quiz


A
de muts
B
de paars
C
de hoofddoek
D
de sjaal

Slide 36 - Quiz


A
de broekzak
B
de stof
C
de zakbroek
D
gnurr

Slide 37 - Quiz

Wat hoor je?

Slide 38 - Open question

Wat hoor je?

Slide 39 - Open question

Wat hoor je?

Slide 40 - Open question

Wat hoor je?

Slide 41 - Open question

Wat hoor je?

Slide 42 - Open question

Klaar?


Klaar?
Quizlet 5.1, 5.2 en 5.3

Slide 43 - Slide