Landstede Groep

H31 - Week 11

Dienstag, den 16. März 2021
H31
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Dienstag, den 16. März 2021
H31

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
- Einander kennenlernen
- Vorbereiten SO 

Slide 2 - Slide

Einander kennenlernen

- Wer bin ich?
     - Frau Mulder
     - Deutschlehrerin 
     - Mutter
     - Hobbys

Slide 3 - Slide

Einander kennenlernen

- Wer bist du?
- Dat wil ik graag van je weten in de komende lessen...

- Nu absenten...

- En een vraag over jullie klas.

Slide 4 - Slide

Wat moet ik als nieuwe docent over jullie klas weten? Schrijf iets leuks op!

Slide 5 - Mind map

Diese Woche: SO Duits
Wat moet je leren?
- Verleden tijd: haben, sein, werden
- Woordenlijsten Kapitel 13

Deel A: donderdag 18 maart - 3e lesuur
Deel B: woensdag 17 maart - 1e lesuur

Slide 6 - Slide

Aufgabe 1

- Vertaal het werkwoord dat tussen haakjes staat.
- Duits - Nederlands

Slide 7 - Slide

1. (Hatten Sie) keine Zeit?

Slide 8 - Open question

2. (Wart ihr) zu spät?

Slide 9 - Open question

3. Was (würdest du) machen?

Slide 10 - Open question

4. (Er wurde) von der Polizei verhaftet.

Slide 11 - Open question

Aufgabe 2
- Op de ... moet een werkwoord komen te staan.
- Kies het goede werkwoord:
     - let op de betekenis en 
     - kies de juiste vorm!

Slide 12 - Slide

1. Wir ... keine Ahnung, wo er war.
A
hatten
B
waren
C
wurden
D
würden

Slide 13 - Quiz

2. Ich ... das völlig anders machen.
A
hatte
B
wart
C
wurdest
D
würde

Slide 14 - Quiz

3. Manuel ... zwei Jahre lang von einigen Mitschülern gemobbt.
A
hattest
B
wart
C
wurde
D
würde

Slide 15 - Quiz

4. Wo ... ihr nur die ganze Zeit?
A
hattet
B
wart
C
wurdest
D
würde

Slide 16 - Quiz

5. Alle Schüler ... vor Mitternacht von der Party abgeholt.
A
hatten
B
waren
C
wurden
D
werden

Slide 17 - Quiz

6. ... du gar kein Geld dabei?
A
hattest
B
warst
C
wurdest
D
hast

Slide 18 - Quiz

Aufgabe 3

- Vertaal de werkwoordsvormen die tussen haakjes staan in het Duits.

Slide 19 - Slide

1. Warum (waren jullie) nicht da?

Slide 20 - Open question

2. Was (had je) in meinem Zimmer zu suchen?

Slide 21 - Open question

3. (Ik zou) gerne noch mal in den Winterurlaub fahren.

Slide 22 - Open question

4. (Werd u) von diesen Leuten belästigt?

Slide 23 - Open question

5. Warum (was ze) nicht auch auf der Party?

Slide 24 - Open question

6. (We hadden) einen total gemütlichen Abend.

Slide 25 - Open question

Aufgabe 4
- Wörterliste A
- Je leest de omschrijving van een Duits woord uit de woordenlijst. 
- Kies de juiste vertaling van het woord.

Slide 26 - Slide

1. einbauen, anschließen
A
ermöglichen
B
installieren
C
herunterladen
D
löschen

Slide 27 - Quiz

2. elekronische Post
A
E-Mail
B
Internet
C
Daten
D
Textdatei

Slide 28 - Quiz

3. downloaden
A
speichern
B
ausreichen
C
herunterladen
D
löschen

Slide 29 - Quiz

4. sodass
A
denn
B
irgendwo
C
obwohl
D
damit

Slide 30 - Quiz

Aufgabe 5

- Wörterliste B
- Vertaal de woorden die tussen haakjes staan in het Duits.

Slide 31 - Slide

1. Wenn man einen Apparat nicht mehr benutzen will, muss man ihn (uitzetten).

Slide 32 - Open question

2. Wenn eine Firma mehr Produkte verkaufen will, macht sie (reclame) dafür.

Slide 33 - Open question

3. Diese politische Sendung mag ich nicht, sie (werkt op mijn zenuwen) mich.

Slide 34 - Open question

4. Der Film wird zum zweiten Mal ausgestrahlt, es ist also eine (herhaling).

Slide 35 - Open question

5. Dieser Actionfilm ist nicht langweilig, sondern (spannend).

Slide 36 - Open question

6. Mathe mag ich gar nicht, ich (haat) dieses Fach.

Slide 37 - Open question

Das war es für heute!
Succes met het leren voor je toets!

Deel A: donderdag 18 maart - 3e lesuur
Deel B: woensdag 17 maart - 1e lesuur

Slide 38 - Slide