2.4 - Blessures

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo, havo
• Leerjaar 1

2.4 Blessures

Waarover ging de vorige les?

Als een spier aanspant wordt deze...

1. korter en dikker
2. langer en dikker
3. korter en dunner
4. langer en dunner

Hoe noemen we alle spieren samen?

waarmee zit een spier vast aan het bot?

1. spiervezel
2. pees
3. spierkapsel
4. spierbundel

als ik mijn arm buig, is de armstrekspier dan gespannen?

1. nee
2. ja

als ik mijn arm buig, is de armbuigspier dan lang en dun?

1. nee
2. ja

Leerdoelen 2.4 Blessures

Je leert welke blessures er zijn, hoe je ze krijgt en hoe je blessures kunt voorkomen. Je leert ook wat een goede lichaamshouding is.

Blessures

Blessure: een beschadiging aan je botten, gewrichten en spieren.

Overbelasting: blessure door te lang achter elkaar dezelfde beweging

Botblessure

Gewrichtsblessure

Spierblessure

Botblessure

Botbreuk: een bot is gebroken. Een arts opereert of zet de botstukken.

Gewrichtsblessures

Ontwrichting: Gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

Verstuiking/verzwikking: het gewrichtskapsel rekt te ver uit of scheurt in.

Spierblessures

Spierpijn: er blijven afvalstoffen in de spier achter.
Spierkramp: een spier trekt plotseling samen.
Spierscheuring: er ontstaat een scheurtje in de spier.

Blessures voorkomen

Beschermende middelen: goede loopschoenen, kniebeschermers

Intapen: gewricht omwikkelen met linnen plakband

Warming-up: spieren goed doorbloed → beter samentrekken

Cooling-down: afvalstoffen afvoeren

Goede lichaamshouding: Manier waarop je zit/staat/beweegt

Tillen: Houd je rug zoveel mogelijk recht!

Zitten: rechte rug, tegen rugleuning, voeten plat op de grond, schouders ontspannen

Fout!

Goed!

 Huiswerk

maken 2.4:

Basis + Kader: maken opdracht 1 t/m 20 + blz. 92 en 93