Formatieve toets hst 3 (TH)

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Wat is de centrale eenheid van energie?

1. E
2. energie
3. Joule
4. Volt

Deze twee maken lopen samen een wandeling. Beiden lopen 6 km/h. Ze zijn niet allebei even zwaar. De linker heeft een massa van 60 kg en de andere van 55 kg. Ze hebben daardoor niet dezelfde energie.

Hoe heet de energiesoort die de twee jongens heeft tijdens het lopen?

Deze twee maken lopen samen een wandeling. Beiden lopen 6 km/h. Ze zijn niet allebei even zwaar. De linker heeft een massa van 60 kg en de andere van 55 kg. Ze hebben daardoor niet dezelfde energie.

Wie heeft er meer van deze energiesoort?

De persoon die een massa van _______ kg heeft.

Sleep de juiste antwoorden naar de som.

a. 25 kg   =                       dag

b. 750 m  =                       mm

c.  550 L    =                      dm³

d. 3232 cV    =                   kV

Er blijven antwoorden over!

550

0,750

75 000

550 000

3,232

250

0,3232

323 000

750 000

2500

Sleep de juiste antwoorden naar de som.

a. 320 daJ   =                  cJ

b. 8,42 hJ  =                     J

c.  91 mJ    =                     dJ   

d. 581 J      =                    kJ

Er blijven antwoorden over!

0,0091

0,91

842

0,581

32 000

8420

581 000

84,2

320 000

0,320

Sleep de juiste antwoorden naar de som.

a. 5 h        =                     min

b. 2,5 ha   =                     a

c.  3,4 a     =                     h 

d. 0,002 ka=                   wk

Er blijven antwoorden over!

250

2500

104

300

0,0025

0,083

20 683

104 000

29 784

10,4

11,574 d = .... s

Geef je antwoord als een heel getal

Als je op het Ichthus College de havo doet, zit je in totaal 

2,74 jaar op school.

Schrijf 2,74 jaar op in … a … d … h … min (duidelijke tijd).

Welke energiesoort gebruikt je laptop?

1. Chemische energie
2. Bewegingsenergie
3. Stralingsenergie
4. Elektrische energie

Welke energie omzetting vind er in de afbeelding hiernaast plaats?

1. Elektrische energie -> stralingsenergie bewegingsenergie
2. Elektrische energie -> stralingsenergie thermische energie
3. Elektrische energie -> thermische energie chemische energie
4. Elektrische energie -> warmte licht

In de afbeelding hiernaast zie je twee schepen. Beide schepen hebben dezelfde snelheid. Wat kun je zeggen over de bewegingsenergie van beide schepen?

1. Is gelijk aan elkaar, ze gaan even snel
2. Het kleine schip heeft meer bewegingsenergie want is lichter en kan dus sneller.
3. Het grote schip heeft meer bewegingsenergie want is zwaarder en ze gaan even snel.
4. Is uit de tekst en afbeelding niet af te leiden.

Wat is het rendement van de lamp in de afbeelding hiernaast?

1. 100%
2. 25%
3. 75%
4. 175%

 Het rendement van een mens is 25%. 

Een Snicker bevat 1 054 000 J aan energie. 

Hoeveel joule van de energie in de Snicker wordt er omgezet in nuttige energie?

Een led-lamp heeft een rendement van 60%. 

Bereken hoeveel elektrische energie de led-lamp nodig heeft om 250 J stralingsenergie te genereren.

Sleep de plaatjes naar de juiste energiesoort.

E_elek

E_therm

E_stra

E_chem

E_kin

Sleep de onderstaande erergiebronnen naar het juiste blokje.

Duurzaam

Niet duurzaam

Uranium

Aardolie

Biodiesel

Wind

Zon

Geothermische energie

Gas

Juna en Nova doen 2 uitspraken over energie.

Juna zegt: Energie wordt nooit 100% van de ene naar de andere energiesoort omgezet. Er gaat dus altijd wat energie verloren.

Nova zegt: Alle energie op aarde is afkomstig van de zon.

Wie heeft er gelijk?

1. Juna
2. Nova
3. Juna & Nova
4. Geen van beiden

Tigo en Mads doen 2 uitspraken over aardgas:

Tigo zegt: Aardgas geeft nauwelijks milieuvervuiling dus is duurzaam. 

Mads zegt: Aardgas heeft veel minder chemische energie in zich dan aardolie,  je hebt dus veel meer nodig om het zelfde resultaat te krijgen .

Wie heeft er gelijk?

1. Tigo
2. Mads
3. Tigo & Mads
4. Geen van beiden

Leg uit wat chemische energie is, noem hierbij 2 voorbeelden.

Sleep de volgende eenheden in de juiste volgorde van klein naar groot!

h

wk

a

Daa

ms

ha

cs

min

s

d

ka