This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma 11-2
Jeugdjournaal
4. Bewoonbare aarde
Quiz over klimaat en weer.
Opdrachten maken en afronden.
Slide 1 - Slide
https:
Slide 2 - Link
Landschapszones
Temperatuur en wind hebben veel invloed op de landschapszones.
Je kunt dus zeggen dat het klimaat de plantengroei in een gebied bepaalt.
Slide 3 - Slide
Hoe herken je klimaten?
- je kijkt naar de plantengroei
- het klimaat bepaalt grotendeels hoe het landschap eruit ziet
- je kijkt naar de klimaatgrafiek
Even oefenen: je ziet steeds een foto met van een landschap. Jij moet het klimaat bepalen.
Slide 4 - Slide
A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat
Slide 5 - Quiz
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 6 - Quiz
A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 7 - Quiz
A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 8 - Quiz
Welk klimaat heeft Nederland?
Slide 9 - Open question
Noem de klimaten die je tegenkomt van de evenaar tot de noord/zuidpool
Slide 10 - Open question
Klimaatdiagram
Dit is een grafiek waarin je kunt aflezen welk klimaat een plaats of gebied heeft.
Oefenen:
Slide 11 - Slide
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 12 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Pool klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 13 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat
Slide 14 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat
Slide 15 - Quiz
Verschillen in bevolkingsspreiding
Slide 16 - Slide
Bevolkingsconcentratie =?
Slide 17 - Open question
In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat
Slide 18 - Quiz
Op welk schaalniveau heb je de klimaten, landschap en bevolkingsspreiding nu bekeken in deze les?
A
Lokale schaal
B
Continentale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal
Slide 19 - Quiz
Opdrachten
3. Inuit op Groenland: 1 t/m 8 en 10.
4. Bewoonbare aarde: 1 t/m 8 en 10
Atlas en basisboek mag je pakken.
Klaar? Via de ipad invuloefening maken. Studiewijzer --> Extra materiaal--> invuloefening H2
Slide 20 - Slide
Programma 7-3
2.4: 1 t/m 8 en 10 af en nagekeken.
Terugblik vorige les
Werkvorm: 30 seconds
Donderdag 21 maart proefwerk H2
Slide 21 - Slide
Wat is geen kenmerk van een steppe?
A
Droog
B
Warm
C
Dicht begroeid
D
Beetje regen
Slide 22 - Quiz
1. De steppe ligt dichter bij de evenaar dan de savanne 2. In de woestijn is het droger dan in de savanne
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 = goed en
zin 2 = fout
D
Zin 1 = fout en
zin 2 = goed
Slide 23 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 24 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Pool klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 25 - Quiz
Op welk schaalniveau hebben we de klimaten en landschappen bekeken?
A
Lokale schaal
B
Continentale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal
Slide 26 - Quiz
Hoofdstuk 2: 30 seconds
Maak een hele verzameling kaartjes met op de voorkant een begrip. Op de achterkant staat de omschrijving van het begrip. Knip deze uit.
De leerlingen werken in twee- of drietallen. Iedere leerling krijgt een aantal kaartjes. Om en om laat een leerling de ander het begrip zien op de voorkant van het kaartje. De andere leerling moet een omschrijving geven van het begrip. Is deze omschrijving correct, dan krijgt die leerling het kaartje. Schrijf ongeveer 15 tot 20 begrippen op.
De bedoeling is om zoveel mogelijk kaartjes te winnen
Slide 27 - Slide
Wat doen als je klaar bent?
10 min) Klaar? Maken: Finish opdracht 1 en 2. (Figuur 18 staat bij de begrippen. Bladzijde 39. In je werkboek maken