schoonmaakregels

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

schoonmaak regels

Wat hoort bij een dagelijkse schoonmaak?

1. Ramen zemen
2. Tafel schoonmaken
3. Vloer dweilen
4. Vloer schrobben

Wat moet je niet doen als je gaat schoonmaken?

1. Biologische schoonmaakmiddelen gebruiken
2. Schoonmaakmiddelen met elkaar mengen
3. juiste hoeveelheid schoonmaakmiddel gebruiken
4. Schoonmaakmiddelen gebruiken zonder kindersluiting

Periodieke schoonmaak is

1. iets dagelijks reinigen
2. onregelmatig iets reinigen
3. met vaste regelmaat iets reinigen
4. nooit iets reinigen

Wat is geen huishoudelijke taak?

1. Stoffen
2. Stofzuigen
3. Tandenpoetsen
4. Moppen

Wat is microvezel schoonmaken?

1. Een sopje met veel schoonmaakmiddel
2. Klamvochtige doek die je uitspoelt in een emmer
3. Klamvochtige doeken, geen schoonmaakmiddel
4. De toiletten schoonmaken

Wat is klamvochtig schoonmaken?

1. Stof en vuil afnemen met een natte doek.
2. Stof en vuil afnemen met een droge doek.
3. Stof en vuil afnemen met een goed uitgewrongen doek.
4. Stof en vuil afnemen met een stuk keukenpapier.

Wat gebruik je bij droog schoonmaken?

1. stoffen, stofzuigen, vegen
2. schrobben
3. Dweilen, moppen
4. ramen zemen

Wat is de eerste stap bij het schoonmaken?

1. maak de wastafel schoon
2. maak het bad en/of de douche schoon
3. maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
4. maak dan de spiegels en de meubels schoon

Periodiek schoonmaken is:

1. Elke maand de ramen zemen
2. Elke maandag het karton legen
3. Elke dag de vuilniszak verschonen
4. Elk jaar een grote schoonmaak

Periodiek: als iets 1 keer per periode moet worden gedaan.

Wat leer ik? 

* Je leert welke huishoudelijke taken er zijn en in welke ruimte deze voorkomen.

* Je leert de 3 gouden regels voor schoonmaken

Ik help thuis mee in het huishouden

JA

NEE

Mijn....doet de meest huishoudelijk taken

vader

moeder

ik zelf

iemand anders

Schoonmaakregels! 

Werk van boven naar beneden

Wanneer je gaat schoonmaken is de volgorde van werken erg belangrijk. De volgorde bepaald namelijk dat je werk niet opnieuw hoeft te doen.

Voorbeeld: je gaat een kast schoonmaken. Start bovenaan en werk naar beneden. Stel dat je beneden begint en later naar boven gaat, dan valt vuil op het schoon gemaakte werk. Dat is natuurlijk zonde! 

Werk van schoon naar vuil

Begin altijd met het poetsen bij de onderdelen die het minst vies zijn. Belangrijk dat je nadenkt over de hygiëne tijdens schoonmaken. Werk je in de verkeerde volgorde dan verspreid je juist bacteriën.

Voorbeeld: Maak je schoon op de badkamer dan begin je niet bij het toilet en daarna de wasbak.

 

Werk van buiten naar binnen

Je werkt altijd van buiten naar binnen. Dit betekent dat je werkt vanaf de randen en naar binnen werkt.

Voorbeeld: schoonmaken van tafel; maak vierkante vlakken en begin dus vanaf de rand. (docent doet het voor) dweilen van de vloer; altijd een vierkant vlak maken, werk naar de deur.  

Wat heb jij deze les geleerd,
noem de schoonmaakregels.