What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
G2a Latijn: de anti-zomervakantiewegzakherhaling
G2a
De anti-zomervakantie-wegzakherhaling
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
G2a
De anti-zomervakantie-wegzakherhaling
Slide 1 - Slide
Programma deze les:
De anti-zomervakantiewegzakherhaling
Aan de slag met het herhalingsstencil
Slide 2 - Slide
De Latijnse naamvallen
De functie van een zelfstandig naamwoord wordt bepaald door de naamval.
Hoeveel weten jullie nog van de Latijnse zelfstandig naamwoorden?
Slide 3 - Slide
Hoeveel naamvallen heeft het Latijn?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 4 - Quiz
Hoeveel verbuigingsgroepen heeft het Latijnse zelfstandig naamwoord?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 5 - Quiz
VB 1
VB 3
VB 2
femina
solus
rex
dono
nomina
puellam
filiorum
rosae
cives
mercatorem
aquarum
servi
Slide 6 - Drag question
Welke functie heeft de nominativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 7 - Quiz
Welke functie heeft de dativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 8 - Quiz
Welke functie heeft de accusativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Quiz
Maak een (Nederlandse) zin
met een lv en mv.
Slide 10 - Mind map
Welke functie heeft de ablativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 11 - Quiz
Maak een (Nederlandse) zin
met minimaal 1 bijwoordelijke bepaling
Slide 12 - Mind map
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
femin
am
femin
is
femin
a
femin
as
femin
ae
femin
is
femin
ae
femin
a
Slide 13 - Drag question
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
serv
um
serv
o
serv
os
serv
i
serv
us
serv
is
serv
o
serv
is
Slide 14 - Drag question
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
reg
ibus
reg
es
reg
i
rex
reg
em
reg
e
reg
es
reg
ibus
Slide 15 - Drag question
Nom
Gen
Dat
Acc
Abl
civi
aquam
pueri
templo
filios
milite
feminae
nominis
Slide 16 - Drag question
Het Latijnse werkwoord
Met alleen naamvallen hebben we nog geen volledige zin, dus het Latijn geeft jullie als cadeau nog meer rijtjes!! :-)
Wat weten jullie nog van het Latijnse werkwoord?
Slide 17 - Slide
Hoeveel werkwoordgroepen/werkwoord-stammen heeft het Latijn?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 18 - Quiz
Welke groep behoort NIET tot de Latijnse werkwoordrijtjes?
A
a-stammen
B
e-stammen
C
i-stammen
D
o-stammen
Slide 19 - Quiz
a-stam
e-stam
med-stam
i-stam
audire
gaudēre
currere
vocare
numerare
venire
emere
Slide 20 - Drag question
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
ludo
audiunt
numeras
emerat
apperatis
sumus
Slide 21 - Drag question
Zet habēre in de 2e pers ev.
Slide 22 - Open question
Zet nuntiare in de 3e pers mv
Slide 23 - Open question
Zet dicere in de 1e pers mv
Slide 24 - Open question
Geef de 1e pers ev van esse
Slide 25 - Open question
Geef de imperativus ev van venire
Slide 26 - Open question
Geef de vocativus van Augustus
Slide 27 - Open question
Aan de slag!
Maak het herhalingsstencil (zie huiswerk Magister a.s. maandag)
Leer de woorden van les 10
Bekijk de uitlegvideo 10.1 en 10.2
Maak M. 17 + 18 no. 1-4 (HB blz. 93)
Slide 28 - Slide