What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Hst. 2 Tekstdoelen en nieuwsberichten
Tekstdoel, -soort & - vorm
Module lezen, paragraaf 2.3
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1-4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tekstdoel, -soort & - vorm
Module lezen, paragraaf 2.3
Slide 1 - Slide
www.nu.nl
Slide 2 - Link
Doelen van de les
Aan het eind van de les:
kun je verschillende tekstdoelen benoemen
kun je het doel van de schrijver herkennen in een tekst
kun je verschillende tekstsoorten benoemen
kun je aangeven welk tekstsoort bij welk doel hoort
kun je aangeven hoe een nieuwsbericht is opgebouwd
kun je teksten kritisch lezen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
Verschillende tekstdoelen
Hoe weet je wat een schrijver wil met een tekst?
Slide 6 - Slide
Begrippen uitgelegd
Tekstsoort: verzamelnaam voor alle teksten met hetzelfde tekstdoel:
informatieve teksten, overtuigende teksten, activerende teksten, amuserende teksten.
Tekstdoel: doel dat de schrijver heeft met zijn tekst:
informeren, overtuigen, activeren, amuseren.
Tekstvorm: vorm van een tekst binnen een tekstsoort:
nieuwsbericht, recensie, flyer, fictie leesboek
Slide 7 - Slide
Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Overhalen
Activeren
Amuseren
Slide 8 - Drag question
Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je vermaken (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (overhalen)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Tekst
Overhalen/
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Sleep de uitleg naar het juiste tekstdoel:
informeren
overtuigen
activeren
amuseren
De schrijver wil....
Tekstdoel
je iets leren
je uitleggen hoe je iets moet doen
je overtuigen van zijn mening
je iets laten doen
je vermaken
Slide 15 - Drag question
Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Oefenen
Zorg dat je pen en papier hebt.
Schrijf de nummers 1 t/m 7 op je papier.
Kijk goed naar de plaatjes.
Schrijf op wat het doel is van de schrijver.
(informeren, amuseren, overtuigen, overhalen/ activeren, instructie geven)
timer
1:00
Slide 18 - Slide
1
Slide 19 - Slide
2
Slide 20 - Slide
3
Slide 21 - Slide
4
Slide 22 - Slide
5
Slide 23 - Slide
6
Slide 24 - Slide
7
Slide 25 - Slide
Antwoorden
1 = amuseren
2 = informeren
3 = overtuigen
4 = informeren
5 = overtuigen
6 = amuseren
7 = activeren
Slide 26 - Slide
Kritisch lezen
Lees teksten kritisch om erachter te komen of het waar is wat er staat.
Objectieve informatie
: is dit waar? Is dit echt zo gebeurd? Klopt dit met wat ik al weet?
Subjectieve informatie:
vind ik dit ook? Komt dit overeen met mijn waarneming of ervaring?
Slide 27 - Slide
Nieuwsberichten
Slide 28 - Slide
In duo's
Ga naar een nieuwssite (nos.nl of nu.nl)
Zoek twee verschillende nieuwsberichten
Noteer in je schrift de kenmerken van een nieuwsbericht
Slide 29 - Slide
Nieuwsberichten - kenmerken
online en op papier
actuele gebeurtenis
informatieve tekst
neutraal (objectief) geformuleerd
vaak een plaatsnaam aan het begin
naam schrijver staat vaak onder de kop
Slide 30 - Slide
Nieuwsbericht - twee delen
Inleiding / lead: belangrijkste informatie. Wie, wat, waar, wanneer.
Kern: nadere bijzonderheden. Waarom & hoe
Slide 31 - Slide
Oefening - klassikaal
Lees tekst 1 in paragraaf 2.3
Pak je pen erbij en noteer de hoofdzaken: de w-vragen en h-vraag en de overige hoofdzaken.
Slide 32 - Slide