What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Unit 1 - Listening - Part 4 - Present Perfect
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Homework check
Writing
Slide 2 - Slide
- Ik weet wat de ‘present perfect’ is, wanneer ik deze gebruik en kan het toepassen in de zin
- Ik leer woorden over: ‘Social media, news & journalism’ (25)
- Ik leer extra woorden over: ‘Extreme adjectives’ (32)
Slide 3 - Slide
Ik heb mijn huiswerk gemaakt
A
Ja, natuurlijk!
B
Oeps, nee...
Slide 4 - Quiz
Als je het huiswerk hebt gemaakt: Heb je hier nog vragen over?
Heb je het huiswerk niet gemaakt: Wat is de reden?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Present perfect
Slide 7 - Slide
Wat is de juiste vorm?
We ...................... her many questions.
A
have asked
B
has asked
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste vorm?
He ................................ to Scotland yet.
A
have not been
B
has not been
C
haven't been
D
hasn't been
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste vorm?
We ...................... her many questions.
A
have asked
B
has asked
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vorm?
......... you ever owned a car?
A
Have
B
Has
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste vorm?
I ............. that episode. Don’t spoil it, please!
A
have not watched
B
has not watched
C
haven't watched
D
hasn't watched
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste vorm?
She can’t go out. She ......... her chores yet.
A
have not done
B
has not done
C
haven't done
D
hasn't done
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste vorm?
They .............. each other for more than ten years.
A
have known
B
has known
Slide 14 - Quiz
Extreme
adjectives
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Krachtige bijvoeglijke naamwoorden
Als je in het Engels een bijvoeglijk naamwoord extra wilt benadrukken, dan kun je woorden als very of extremely ervoor zetten.
Bijvoorbeeld:
The news report was very interesting.
I'm very hungry.
Slide 17 - Slide
MAARRRRR
Veel bijvoeglijk naamwoorden hebben
een krachtigere variant!
Nooit meer gedoe met 'very' of 'extremely'!
Weg ermee!
Slide 18 - Slide
I'm very hungry!
I'm starving!
It's extremely cold. It's freezing.
Slide 19 - Slide
I'm very tired I'm exhausted!
He is very ugly
He is hideous!
Slide 20 - Slide
Wat zijn bijvoegelijk naamwoorden (adjectives)?
A
Dat zijn woorden waar je de, het of een voor kunt zetten.
B
Die zeggen iets over een zelfstandig naamwoord.
C
Die geven aan hoeveel er van iets is.
D
Dat zijn woorden als yesterday, tomorrow, three weeks ago etc.
Slide 21 - Quiz
Oh no. Look at my father! He is ...!
RUN!
A
very angry
B
furious
C
horrible
D
terrifying
Slide 22 - Quiz
My girlfriend isn't beautiful, she is ...
I mean look at her!
A
hideous
B
boiling
C
gorgeous
D
ancient
Slide 23 - Quiz
Arnold Schwarzenegger is a .... compared to me!
A
tiny
B
huge
C
enormous
D
giant
Slide 24 - Quiz
Don't touch the soup! It's ... hot!
A
scorching
B
astounding
C
spotless
D
extremely
Slide 25 - Quiz
Match the gradable adjectives (1-5) with the extreme adjectives (a-e)
1. good
2. funny
3. happy
4. big
5. small
a. hilarious
b. delighted
c. enormous
d. tiny/minute
e. wonderful
Slide 26 - Drag question
Complete the text with the correct adjectives.
minute
enourmous
fantastic
delighted
funny
huge
sad
Slide 27 - Drag question
*Listening :
2.2:
2, 6, 7, 14, 15, 16, test yourself
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Wat hebben we vandaag gedaan en wat heb ik geleerd?
Slide 30 - Open question
* Zie Magister/planner
Slide 31 - Slide