Landstede Groep

conjunctuurbeweging (hfdst 1) par 2 en 3

Economie 24-11-2022
prijsrigiditeit 
loonstarheid
output-gap
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economie 24-11-2022
prijsrigiditeit 
loonstarheid
output-gap

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les begrijp je:
- wat prijsrigiditeit is en om welke redenen dit zo is
- wat loonstarheid is, hoe dit wordt veroorzaakt en wat daarvan de gevolgen zijn.
- het verschil tussen de potentiële productie en de werkelijke productie en begrijp je hoe dit wordt vertaald naar de output gap.
- het verband tussen output-gap en conjunctuur.
- het ontstaan van verschillende soorten werkloosheid.

Slide 2 - Slide

prijsrigiditeit
Het kost tijd dat prijzen zich hebben aangepast aan veranderingen in vraag en aanbod. Op de korte termijn is er sprake van prijsrigiditeit.
4 redenen:
- aanbieders zijn sneller geneigd hun prijzen aan te passen als ze dat goed kunnen onderbouwen, bijv als de kosten stijgen.
- moeilijk te bepalen welke prijs de winst maximaliseert (denk aan boekje markt en overheid). Als ze bij bepaalde prijs voldoende winst maken laten ze het zo. Misschien is er een andere prijs die nog meer winst oplevert, maar om geen klanten kwijt te maken zullen ze niet veel experimenteren met de prijs.
- Productiekosten kunnen niet snel aangepast worden. Prijzen kunnen daardoor maar beperkt naar beneden worden bijgesteld. Denk aan contracten die al zijn afgesloten

Slide 3 - Slide

prijsrigiditeit
4 redenen:
- aanbieders zijn sneller geneigd hun prijzen aan te passen als ze dat goed kunnen onderbouwen, bijv als de kosten stijgen.
- moeilijk te bepalen welke prijs de winst maximaliseert (denk aan boekje markt en overheid). Als ze bij bepaalde prijs voldoende winst maken laten ze het zo. Misschien is er een andere prijs die nog meer winst oplevert, maar om geen klanten kwijt te maken zullen ze niet veel experimenteren met de prijs.
- Productiekosten kunnen niet snel aangepast worden. Prijzen kunnen daardoor maar beperkt naar beneden worden bijgesteld. Denk aan contracten die al zijn afgesloten.  Grootste starre kostenpost is personeelskosten, door CAO en minimumloon en er is bescherming tegen ontslag
- geldillusie: mensen denk in nominale waarden en niet in reële waarden.

Slide 4 - Slide

Prijsrigiditeit
Prijsrigiditeit is een belangrijke verklaring waarom de conjunctuurlijn afwijkt van het langetermijngroeipad.

Slide 5 - Slide

potentiële en werkelijke productie
Potentiële productie (Y*), is de maximale productie die met een normale inzet van de beschikbare productiefactoren bereikt kan worden. 
De werkelijke productie of de feitelijke productie (Y), zal daar meestal van afwijken.  De werkelijke productie wordt bepaald door de vraag.

Output gap: Het verschil tussen wat een economie voortbrengt (y) en wat het in de optimale situatie voortbrengt (Y*).
Output gap = (Y - Y*) / Y* x 100

Slide 6 - Slide

Hoogconjunctuur
- output gap positief, de economie brengt meer voort dan de potentiële productie.
- consumentenuitgaven zijn hoog
- bedrijfswinsten zijn hoog 
- bedrijven hebben weinig voorraden
- werkloosheid is laag (en er moet worden overgewerkt)
- de overheid heeft veel belastinginkomsten en weinig uitgaven aan sociale zekerheid -->gevolg voor staatsschuld?

Slide 7 - Slide

Laagconjunctuur
- de output gap is negatief, een deel van de beschikbare productiefactoren wordt niet benut.
- consumentenbestedingen laag
- bedrijven komen moeilijker van producten af, deel van de productiecapaciteit wordt niet benut.
belastingeninkomsten overheid dalen en uitgaven aan sociale zekerheid stijgen, gevolg?

Slide 8 - Slide

verband trend en 
output gap
Wanneer output gap negatief is, zie je meestal ook dat de economische groei lager is dan de trendmatige groei. En andersom. 
Dus wanneer de economische groei lager is dan de trend dan mag je spreken van een laagconjunctuur

Slide 9 - Slide

Werkloosheid
Er zal altijd werkloosheid zijn. 
Vragers en aanbieders zullen altijd naar elkaar op zoek zijn op de arbeidsmarkt.

Slide 10 - Slide

Structurele werkloosheid
structuurkenmerken die de werkloosheid beïnvloeden
- onderwijssysteem
- kenmerken woningmarkt
- bereikbaarheid landsdelen
- ontwikkeling digitale infrastructuur
- bestaan rechtsstaat
- loonstarheid

Slide 11 - Slide

Natuurlijke werkloosheid
Loonstarheid vergroot de kans op structurele werkloosheid. 
De structurele werkloosheid op de lange termijn noemen we ook wel de natuurlijke werkloosheid. Dit is de hoogte van de werkloosheid als prijsrigiditeit en loonstarheid geen rol spelen.
De werkloosheid die hoort bij het zoekproces tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Op het lange termijngroeipad (trend) is er alleen natuurlijke werkloosheid, de kans op het vinden van een geschikte baan is dan niet afhankelijk van de conjunctuur.

Slide 12 - Slide

Frictiewerkloosheid
is een vorm van structurele werkloosheid.
de zoektijd van het vinden van een geschikte baan.

Slide 13 - Slide

Conjuncturele werkloosheid
Dit is de werkloosheid die samenhangt met de output gap.
Bij een dalende output gap zie je dat de werkloosheid toeneemt. Bij een stijgende output gap zie je dat de werkloosheid afneemt. 
Deze veranderingen in de werkloosheid zijn dus toe te schrijven aan de veranderingen in de conjunctuur.
Bij een output gap van 0% is er geen conjuncturele werkloosheid.

Slide 14 - Slide

Seizoenswerkloosheid
werkloosheid die seizoensgebonden is. Hoort bij de structuur van de economie.

Slide 15 - Slide

Output gap en inflatie
Bij stijgende output gap, zal door de vraagtoename op korte termijn vooral de prijs stijgen.
Op korte termijn kan er wel iets meer geproduceerd worden, maar niet meer dan de bestaande productiecapaciteit toelaat.

Slide 16 - Slide