T4 6.2 zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Welkom T4c!

Doelen van vandaag

- Je weet wat het nut is van grammatica

- Je kunt een startopdracht maken over grammatica en zelf bepalen hoe goed je dit kunt.

Waarom is grammatica van grote waarde?

Welke taalfout zie je?

Welke taalfout vind jij irritant?

instapopdracht 1 van 6.2

Ga naar blz. 97

1. welke zinnen zijn samengesteld? Zet daar een kruisje voor.

2. maak opdracht 1 in je werkboek.

3.Klaar? kom een nakijkblad ophalen bij je docent en kijk na

Les 2

6.2 grammatica

Zinsdelen

Leerdoelen

Je kunt:

- zinsdelen benoemen. 

- de werkwoordspelling toepassen 

Start

Werkboek B --> blz. 97

enkelvoudige zinnen: zin a, f, h, j

Herhaling zinsdelen

PV

Zinsdelen

WG/NG

O

LV

MV

BWB

Persoonsvorm

- Maak de zin vragend         persoonsvorm staat vooraan.​
OF

Verander de zin van tijd tt            vt​

 

- Zet een streep onder de PV 

Zinsdelen

Bekijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten

Werkwoordelijk gezegde (WG)

PV + alle andere werkwoorden in de zin​

Onderwerp (O)

Wie/wat + WG

Naamwoordelijk gezegde (NG)

Bestaat uit 2 delen:

- Werkwoordelijk deel

KWW          zijn, worden, blijven

- Naamwoordelijk deel
BN of ZN           zegt iets over het O

Lijdend voorwerp (LV)

Wie/wat + WG + O

- Alleen een zin met WG kan een LV hebben

- LV begint nooit met een VZ

Meewerkend voorwerp (MV)

Aan wie/voor wie + WG + 0 (+LV) 

Bijwoordelijke bepaling (BWB)

‘Alles wat overblijft’

- Wanneer? Waar? Hoe? Waarom? Waardoor? Waarmee? 

- Geven extra informatie

- Beginnen vaak (niet altijd) met een voorzetsel

Samengestelde zinnen

- Bestaan uit 2 of meer enkelvoudige zinnen 
          dus meerdere PV's 

Zet || tussen de zinnen

Hoofdzin (HZ)

- O en PV staan naast elkaar

- PV staat op de 1e of 2e plek in de zin

Bijzin (BZ)

- O en PV staan uit elkaar (of je kunt ze uit elkaar halen)

- PV staat op de laatste of een na laatste plaats in de zin.

Hoofdzin of bijzin?

De leraar klapte in zijn handen toen het tijd was om te beginnen.

1. Hoofdzin
2. Bijzin

Hoofdzin of bijzin?

Dave heeft geen zin om hard te lopen, omdat hij een zware tas bij zich had.

 heeft.

1. Hoofdzin
2. Bijzin

Maken

Werkboek B --> blz. 97

samengestelde zinnen: b, c, d, e, g en i

Zet dus eerst een || tussen de zinnen

Klaar?

- Maak opdracht 2

(af)maken

Werkboek B --> blz. 97

samengestelde zinnen: c, d, e, g en i

6.2 opdr. 2 t/m 10

Koppelen Lessonup

Klascode: khcgr

6.2

Opdracht 2 t/m 10

Klaar?

- Nakijkbladen liggen bij mij!

Extra instructie

Opdracht 3                                       WG of NG?

Opdracht 5                                       kww of zww?            

Opdracht 9                                       alles