What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
2.7 grammatica
T3-Donderdag 19 september
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
T3-Donderdag 19 september
Slide 1 - Slide
Vorige les(sen)
Samengestelde zinnen
Voegwoorden
Hoofd- en bijzinnen
1.7 grammatica
Vandaag
Korte terugblik hoofd- en bijzinnen
Starten met
2.7 grammatica
Zelfstandig werken (ook tijd om de opdrachten van gisteren af te maken)
Slide 2 - Slide
Hoofd- en bijzinnen. Hoe zat het ook alweer?
Hoofdzin
: De persoonsvorm is het eerste of tweede deel van de zin.
-Belangrijkste deel van de zin
Ik ga naar de dokter
, omdat ik last heb van mijn enkel.
Ik ga naar de dokter,
omdat ik last heb van mijn enkel.
Slide 3 - Slide
Grammatica 2.7 - zinsontleding
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Slide 4 - Slide
Welke zinsdelen kan je al/nog?
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Slide 5 - Poll
Zinsdelen vandaag
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
*Als je gaat ontleden, houd je altijd deze volgorde aan
Slide 6 - Slide
Dit heet zinsontleding, waarom leer je dat?
Zinsontleding is het verdelen van de zin in zinsdelen. Je benoemt van elk zinsdeel de functie: onderwerp, persoonsvorm, lijdend voorwerp etc.
Met zinsontleding krijg je inzicht in de opbouw van een zin. Het helpt je om een zin goed te formuleren en de spellingsregels goed toe te passen.
Slide 7 - Slide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond
Slide 8 - Quiz
persoonsvorm
Slide 9 - Slide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Sturen jullie ook altijd verjaardagskaarten?
A
jullie
B
verjaardagskaarten
C
Sturen
D
altijd
Slide 10 - Quiz
Wat is de persoonsvorm:
Wie is er vandaag jarig?
Slide 11 - Open question
gezegde
Slide 12 - Slide
Wat is in de onderstaande zin het gezegde?
Het publiek moest lang op de huldiging wachten.
A
moest
B
wachten
C
moest wachten
D
de huldiging
Slide 13 - Quiz
Wat is het gezegde in de onderstaande zin?
De komende jaren zal de temperatuur stijgen.
A
zal
B
stijgen
C
zal gaan stijgen
D
zal stijgen
Slide 14 - Quiz
onderwerp
Slide 15 - Slide
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Hebben Anouk en Wendy de opdracht nog niet gemaakt?
A
Anouk en Wendy
B
Hebben
C
de opdracht
D
gemaakt
Slide 16 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Gisteravond hebben veel mensen naar het nieuwe programma gekeken.
A
gisteravond
B
hebben
C
gekeken
D
veel mensen
Slide 17 - Quiz
Zelfstandig werken
1.7
opdracht 1,3,4,5,6,7,8ab (1 tot 5 had je al af moeten hebben voor hw)
2.7
opdracht 1 en 4
Laatste 5/8 min -> Blooket
Slide 18 - Slide