This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
- Ik weet wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.
-Ik weet wanneer ik der/die/das gebruik.
- Ik weet de vertalingen van ein/eine & kein/keine.
-Ik weet wanneer ik ein/eine & kein/keine gebruik.
Nieuw! - Ik weet wat bezittelijke vnw zijn
-Ik weet de Duitse vertalingen van de bezittelijke vnw.
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.
De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: mijn fiets, haar tekening, hun huis
ik - mijn- mein / jij- jouw- dein / zij- haar- ihr
hij - zijn - sein / het- zijn- sein / wij - ons\onze - unser
jullie -jullie-euer / zij- hun - ihr / u - uw - Ihr
Het bezittelijk voornaamwoord vervangt lidwoord dus:
Das ist ein Fahrrad. = Das ist mein Fahrrad
Das ist eine Schule = Das ist meine Schule
je schrijft dus niet :
Das ist eine meine Schule