This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
Slide 1 - Slide
Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven
Slide 2 - Drag question
Benoem het fotosyntheseproces. Hoe komt de plant aan koolstofdioxide en water?
Slide 3 - Open question
Worteldruk
Eerst energie maken (zuurstof + glucose nodig)
Dan zouten met actief transport naar binnen pompen (ATP nodig, want je maakt concentratieverschillen groter)
Is de osmotische waarde in de wortel hoger dan de omgeving, dan komt water via osmose binnen
Slide 4 - Slide
We weten nu hoe water wordt opgenomen, wat gebeurt er vervolgens met het water in een plant?
Slide 5 - Open question
Vaatbundels
'pijpleidingen'
van de plant
Houtvaten
Bastvaten
Slide 6 - Slide
Bastvaten
vervoeren water en organische stoffen (sacharose)
van blad naar de rest van de plant
liggen aan de buitenkant van een vaatbundel
Slide 7 - Slide
Houtvaten (binnenkant)
vervoeren water en mineralen
van wortel naar blad
dikke celwanden
grote openingen
water omhoog gepompt door: worteldruk, capillaire werking, verdamping
Slide 8 - Slide
transport in houtvaten
transport van water en mineralen vanaf wortels omhoog
stuwende kracht door 3 componenten:
verdamping via bladeren zorgt voor zuigkracht
capillaire werking, doordat het nauwe vaten zijn en het water als een 'draad' omhoog gaat (zie afbeelding hiernaast)
worteldruk: mineralen actief opgenomen, hierdoor hogere osmotische waarde, die water uit bodem trekt
Slide 9 - Slide
Maximum hoogte boom
De worteldruk, verdamping en capillaire werking kennen een maximum. Dit houdt in dat er ook een fysiek maximum zit aan de hoogte van een boom. Dit is ca. 130 meter. Hoger kan een boom niet worden. Er is dan (1) te weinig verdamping, (2), te weinig capillaire werking en (3) de worteldruk kan niet nog hoger worden
Slide 10 - Slide
samenvatting
De stengel verbindt de wortels met de bladeren
Water (en opgeloste stoffen) moeten van de wortel naar de bladeren
Voedingsstoffen die gemaakt zij bij de fotosynthese moeten van de bladeren naar de wortels (en andere delen bv. vruchten en zaden)
Door de hele plant lopen transportbuisjes
We noemen dit vaten
Deze vaten zitten in groepjes bij elkaar ....
..... vaatbundels.
Het transport gaat dus in twee richtingen
Van beneden naar boven ....
..... water en mineralen via houtvaten
Van boven naar beneden ....
.... glucose en water via bastvaten
Slide 11 - Slide
parenchym
cellen met relatief dunne celwand
en specifieke functie
blad: spons en pallisade-parenchym bevatten veel bladgroenkorrels (chloroplasten).
functie?
Slide 12 - Slide
huidmondjes in bladeren (en groene stengels)
uitwisseling: CO2 en O2
verdamping H2O
Slide 13 - Slide
Wat is juist?
A
B
C
A
A:Houtvaten
B:Bastvaten
C:parenchym
B
A:Bastvaten
B:Parenchym
C:Houtvaten
C
A:Houtvaten
B: Parenchym
C:Bastvaten
D
A:Bastvaten
B:Houtvaten
C:Parenchym
Slide 14 - Quiz
Om te openen moeten sluitcellen van huidmondjes zich vullen met water, dus dan
A
nemen ze kalium ionen op, dit kost geen energie
B
nemen ze kalium ionen op, dit kost wel energie
C
geven ze kalium ionen af, dit kost geen energie
D
geven ze kalium ionen af, dit kost wel energie
Slide 15 - Quiz
aardappel-parenchym bevat veel zetmeelkorrels, de functie van dit weefsel is?
Slide 16 - Open question
Welke factor is 's nachts meestal de beperkende factor voor de fotosynthese?
A
water
B
zuurstof
C
koolstof
D
licht
Slide 17 - Quiz
bladluizen prikken met hun zuigsnuit in een planten op zoek naar suikers. Welke soort transportvaten zullen ze voornamelijk aanboren? Leg uit waarom.