What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
Het bijvoeglijk naamwoord
Doel; je kunt het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif) actief gebruiken in het Frans
Je weet de wat de plaats is van het bijv nw en je kent de vormen
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het bijvoeglijk naamwoord
Doel; je kunt het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif) actief gebruiken in het Frans
Je weet de wat de plaats is van het bijv nw en je kent de vormen
Slide 1 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel
Slide 2 - Quiz
Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse
Slide 3 - Quiz
1. De vorm van het bijv.nw
In het Frans past het bij nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord, er zijn dus 4 vormen;
mnl enkv, vrl enkv, mnl mv, vrl mv
Slide 4 - Slide
Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)
Slide 8 - Open question
Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)
Slide 9 - Open question
Mannelijk enk.
Mannelijk meerv.
Vrouwelijk enk.
Vrouwelijk meerv.
Bon
Bon
s
Bon
ne
Bonne
s
Beau
Beau
x
B
elle
Belle
s
Nouveau
Nouveau
x
Nouv
elle
Nouvelle
s
Vieux
Vieu
x
Vie
ille
Vieille
s
Slide 10 - Slide
Vul de juiste vorm in:
Laura est _________________ (vieux)
Slide 11 - Open question
Vul de juiste vorm in:
La _____________ semaine (beau)
Slide 12 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Les _________________ mères (vieux)
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm in:
la ______________ grand-mère
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles
Slide 14 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles
Slide 15 - Quiz
Vertaal:
J'ai deux (mooie) _________ frères.
Slide 16 - Open question
Vertaal:
Le prof porte un _______ pantalon (vieux)
Slide 17 - Open question
Vertaal:
La voiture est très (oud) _____________
Slide 18 - Open question
Vertaal:
C'est une (beau) _________ route pour aller à Paris.
Slide 19 - Open question
Vul de juiste vorm in:
"J'ai une (bon) _____________ idée!"
Slide 20 - Open question
Vul de juiste vorm in:
C'est un (bon) _________ plat
Slide 21 - Open question
Meer oefenen?
Kijk bij slim stampen op de grandes lignes online omgeving.
Slide 22 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Bijvoglijk
De s
tandaard regel:
Mannelijk enkelvoud:
-
grand
Vrouwelijk enkelvoud:
+ e
grand
e
Mannelijk meervoud:
+ s
grand
s
Vrouwelijk meervoud:
+ es
grand
es
Slide 23 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op -eux, if, en -ien, gaan allemaal niet anders
mnl vrl mnl mv vrl mv
heureux heureuse heureux heureuses
italien italienne italiens italiennes
sportif sportive sportifs sportives
Slide 24 - Slide
La fille est (sportif)
A
sportive
B
sportife
Slide 25 - Quiz
mes parents sont (heureux)
A
heureux
B
heureuxs
Slide 26 - Quiz
ma mere est (italien)
A
italiene
B
italienne
Slide 27 - Quiz