Landstede Groep

Grammatica H1 - samentrekking

Welkom V3J! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond;
Pak je laptop erbij en log in op deze les. 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom V3J! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond;
Pak je laptop erbij en log in op deze les. 

Slide 1 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Toetsstof toetsweek 2 
Cursus 5 Gramm. zinsdelen
§3: Samentrekkingen 
§5: Verwijzen
§7: Beknopte bijzin
§9: Congruentie en inversie
§11: Bedrijvende en lijdende vorm
 
Toetsstof toetsweek 2
Cursus 6 Formuleren
§2: Samentrekkingen controleren
§3: Fouten met verwijswoorden
§7: Beknopte bijwoordelijke bijzinnen controleren
§9: Incongruentie en onjuiste inversie
§11: Symmetrie en correct begrenzen.

Slide 4 - Slide

Deze les
Grammatica §3: Samentrekkingen
Formuleren §2: Samentrekkingen controleren

Aan het eind van de les:
  • weet je wat een samentrekking is;
  • kun je die op verschillende niveaus herkennen;
  • kun je foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren. 

Slide 5 - Slide

Deze les
  • Herhaling vorig jaar (zww/kww/hww)
  • Uitleg samentrekking
  • Oefenen met samentrekkingen
  • Samentrekkingen controleren 

Slide 6 - Slide

Herhaling vorig jaar
Cursus 5 grammatica 
paragraaf 1  (herhaling zinsdelen): opdr. 1, 3.1, 4, 5, 6.
paragraaf 2 (herhaling woordsoorten): opdr. 5

Zijn hier vragen over?
Opfrissen zww/kww/hww?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zij zou naar school komen.

komen: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 9 - Quiz

Willem is jarig geweest.

geweest: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 10 - Quiz

Zij zou naar school komen.

zou: hww, kww of zww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 11 - Quiz

De leerlingen maken hun huiswerk.

maken: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 12 - Quiz

Mijn oma heeft de lekkerste appeltaart gebakken.

heeft: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 13 - Quiz

Huiswerk V3J
vrijdag 22 november:
  • Cursus 5 Grammatica (Zinsdelen) §3: opdr. 1 t/m 4
  • Cursus 6 Formuleren §2: opdr. 1 t/m 3




Slide 14 - Slide

Samentrekking
Samentrekking: een woorddeel, woord of een zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt. Door (een deel van) het woord of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren. 

1. De grote kinderen en kleine kinderen spelen samen op het schoolplein. 
2. Vanochtend gaan we fietsend naar school, maar vanmiddag gaan we met de auto terug. 

Slide 15 - Slide

Samentrekking
  • voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord blijft in het eerste deel van de samentrekking staan (een antieke lamp en een moderne)
  • achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvoor weggelaten (binnen- en buitenland)

Slide 16 - Slide

kleine en grote landen


A
voorwaartse
B
achterwaartse

Slide 17 - Quiz

feestmutsen en -neuzen


A
voorwaartse
B
achterwaartse

Slide 18 - Quiz

een goedkope armband en een dure

A
voorwaartse
B
achterwaartse

Slide 19 - Quiz

in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse
B
achterwaartse

Slide 20 - Quiz

Samentrekking
Samentrekkingen komen voor op drie niveaus:
  • woordniveau: zon- en feestdagen (streepje!)
  • woordgroepsniveau: dure auto's en huizen (geen streepje)
  • zinsniveau: Iris volleybalt op zaterdag en Peter op zondag.

Slide 21 - Slide

hoge en lage bergen

A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 22 - Quiz

De jongen schreeuwt en rent.

A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 23 - Quiz

keukenstoel en -tafel


A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 24 - Quiz

Oefenen met samentrekkingen
Maak zelfstandig 
Cursus 5 Grammatica (Zinsdelen) §3: opdr. 1 t/m 4
Je mag online of uit het boek werken. 

Klaar? 
  • Ga verder met de rest van het huiswerk:
  • Cursus 6 Formuleren §2: opdr. 1 t/m 3
timer
25:00

Slide 25 - Slide

Goede of foutieve samentrekking? 
Samentrekking op zinsniveau: Iris volleybalt op zaterdag en Peter volleybalt op zondag.

Samentrekken mag alleen als aan drie voorwaarden is voldaan:
  • dezelfde functie: zinsdeel, woordsoort
  • dezelfde betekenis:
  • hetzelfde getal: enkelvoud, meervoud

Slide 26 - Slide

Goede of foutieve samentrekking? 
Stap 1: Kijk welke woorden zijn weggelaten; 
Stap 2: Bepaal de functie, de betekenis en het getal (enkelvoud of meervoud) van beide 'zinnetjes';
Stap 3: Controleer of dit in beide gevallen hetzelfde is.

Mijn eten was vandaag weer geweldig en zal ik daarom niet snel vergeten.

Slide 27 - Slide

De tentamens werden gisteren teruggegeven, maar een tentamen nog achtergehouden.


A
fout: functie
B
fout: getal
C
fout: betekenis
D
goed

Slide 28 - Quiz

De clown trok zijn kleren uit en zich niets van van zijn publiek aan.
A
fout: functie
B
fout: getal
C
fout: betekenis
D
goed

Slide 29 - Quiz

Mijn mobiel is gevallen en kapot.

A
fout: functie
B
fout: getal
C
fout: betekenis
D
goed

Slide 30 - Quiz

In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.


A
fout: functie
B
fout: getal
C
fout: betekenis
D
goed

Slide 31 - Quiz

Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.


A
fout: functie
B
fout: getal
C
fout: betekenis
D
goed

Slide 32 - Quiz

Samentrekkingen:
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
Juist
B
Onjuist, functie komt niet overeen
C
Onjuist, getal komt niet overeen
D
Onjuist, betekenis komt niet overeen

Slide 33 - Quiz

Les- en huiswerk
vrijdag 22 november:
  • Cursus 5 Grammatica (Zinsdelen) §3: opdr. 1 t/m 4
  • Cursus 6 Formuleren §2: opdr. 1 t/m 3

Klaar?
  1. Oefeningen Beter spellen maken;
  2. Lezen of hw ander vak maken.




Slide 34 - Slide

Ik begrijp wat een samentrekking is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Ik kan een foutieve samentrekking herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Na het maken van het huiswerk verwacht ik dat ik de foutieve samentrekking goed kan herkennen en verbeteren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll