This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
DOEL
Je kunt verschillende relaties die verschillende organismen met elkaar hebben herkennen en voorspellen welke invloed de relatie kan hebben op een individu/populatie
23.3
Slide 2 - Slide
Soorten relaties
intraspeciefieke relaties
- concurrentie, ziekteverspreiding
+ voortplanting, veiligheid
interspecifieke relaties
- concurrentie
-/+ voedselrelaties
-/+ symbiotische relaties
Slide 3 - Slide
Wat voor soort relatie zie je afgebeeld op het plaatje?
Slide 4 - Open question
Wat voor soort relatie zie je afgebeeld op het plaatje?
Slide 5 - Open question
Concurrentie
als twee (groepen) individuen dezelfde beperkende hulpbronnen gebruiken.
Wanneer de niches overlappen
Slide 6 - Slide
gevolgen competitie
Slide 7 - Slide
Soorten relaties
intraspeciefieke relaties
- concurrentie, ziekteverspreiding
+ voortplanting, veiligheid
interspecifieke relaties
- concurrentie
-/+ voedselrelaties
-/+ symbiotische relaties
Slide 8 - Slide
DOEL
Je kunt voedselrelaties juist weergeven in een voedselweb of voedselketen en aan de hand van een voedselketen of voedelweb voorspellen wat het effect is van verstoringen (jacht, gebruik van insecticiden, maaien etc)
Je kunt de verschillende termen voor trofische (=voedsel) relaties herkennen en gebruiken
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Voedselketen
Slide 11 - Slide
Hoe wordt de in deze bron weergegeven voedselrelatie tussen de zeester en de zeeslak genoemd?
Slide 12 - Open question
Welk van de organismen in dit voedselweb behoort of welke behoren zowel tot de consumenten van de vierde als tot die van de vijfde orde?
Slide 13 - Open question
Symbiose
Mutualisme +/+
Commensalisme +/0
Parasitisme +/-
Slide 14 - Slide
mutualisme
Beide soorten hebben voordeel bij de relatie.
Slide 15 - Slide
Commensalisme
Eén van de twee heeft voordeel, de ander geen voordeel en geen nadeel
Koereiger
Epifyt
Slide 16 - Slide
parasitisme
Een soort heeft voordeel, de ander nadeel.
Slide 17 - Slide
Bij veldonderzoek in Afrika is gebleken dat de mestkevers huisvesting bieden aan allerlei andere diersoorten, waaronder mijten. De mijten laten zich door de mestkevers transporteren naar een nieuwe hoop mest. Daar verspreiden de mijten zich in de mest waaruit zij hun voedsel halen. Door sommige onderzoekers wordt de symbiose tussen mestkevers en mijten parasitisme genoemd, anderen menen dat de mestkever alleen als transportmiddel voor mijten dient.
Aan welke voorwaarde moet zijn voldaan om deze relatie parasitisme te noemen?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Huiswerk
Maken toetsvragen bij 23.3
Moeilijk? Oefenvragen maken, en in KWT de toetsvragen