This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
1.4 kritisch denken
Slide 1 - Slide
Wat nog doen;
-nakijken
- 1.4 lezen en maken
-voorbereiding voor de toets
Slide 2 - Slide
Doelen
Je kan beschrijven wat kritisch denken is
je kent het verschil tussen een feit en een mening
je weet uit welke onderdelen een goed onderbouwde mening bestaat (feiten, verschillende kanten en onderbouwde argumenten)
Je kan uitleggen dat kritisch denken niet hetzelfde is als kritiek geven
Slide 3 - Slide
Maar eerst even terug naar de vorige lessen....
Slide 4 - Slide
Waarden zijn:
A
oplossingen die in het belang zijn van veel mensen.
B
principes die mensen belangrijk vinden in het leven.
C
de belangen die mensen bij een kwestie hebben.
D
alle ongeschreven regels bij elkaar.
Slide 5 - Quiz
Mensen vinden verschillende dingen belangrijk. Iets wat jij belangrijk vindt, noem je een
Daarbij hoort een gedragsregel: een
Als "gezondheid"belangrijk vindt, dan heb je als gedragsregel dat je veel eet.
Bij de die mensen maken , spelen ook hun een rol
Waarde
Norm
Fruit
keuzes
belangen
Slide 6 - Drag question
Om welk maatschappelijk probleem gaat het?
Slide 7 - Open question
Om welk maatschappelijk probleem gaat het?
Slide 8 - Open question
Is de zin een belang, waarde of norm?
Sleep het naar het juiste vakje
Belang
Waarde
Norm
Behulpzaamheid
In de rij wachten op je beurt
Respect
Goede wifi zodat je altijd bij je leermiddelen kunt
Slide 9 - Drag question
een machtsmiddel is........
een middel/iets waarmee je het gedrag van anderen kan beinvloeden
Slide 10 - Slide
noem een machtsmiddel
beroep/functie, kennis, status/aanzien, overtuigingskracht, veel geld, aantal, toegang tot media, toegang tot invloedrijke personen, gebruik van geweld zijn machtsmiddelen
Slide 11 - Slide
klassikaal lezen blz. 14, 1e alinea
Slide 12 - Slide
Voor je eigen mening:
moet je de feiten kennen. Een feit is wat echt gebeurd is, je kan het bewijzen
Bekijk je het vraagstuk van verschillende kanten
Onderbouw je je mening met argumenten, dus redenen waarom je iets vindt ( daar gaan ook nog mee aan de slag)
Slide 13 - Slide
klassikaal lezen blz. 14, 1e alinea
Slide 14 - Slide
Klassikaal lezen kritisch denken
Slide 15 - Slide
Kritisch denken; je gaat zorgvuldig met informatie om je mening te bepalen
Slide 16 - Slide
Kritisch denken
Om te bepalen of informatie betrouwbaar is, moet je er vragen over stellen. Heb je genoeg informatie? Wat is de kwaliteit van de informatie?
Dat is kritisch denken: je gaat zorgvuldig om met informatie om je mening te bepalen
Centraal bij kritisch denken staat het stellen van vragen,
en doorvragen
Slide 17 - Slide
Kritisch denken bestaat uit drie onderdelen
1. informatie op waarde schatten (is het betrouwbaar?)
2.Je kijkt naar de informatie van meerdere kanten en luistert naar meningen van anderen (een mening is wat je van iets vindt)
3. Je denkt opnieuw na over je eigen mening
Slide 18 - Slide
klassikaal lezen je eigen mening en kritiek geven
Slide 19 - Slide
Even kijken: zie jij het verschil tussen een feit en een mening?
Slide 20 - Slide
Mijn moeder vindt die film waardeloos.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Uitleg
Slide 21 - Quiz
Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 22 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts
Slide 23 - Slide
Staat hier een feit, mening of argument?
Ouders moeten altijd kunnen meekijken met het internet- en telefoongedrag van hun kinderen omdat kinderen op die
manier leren om zich goed te gedragen op
internet.
Slide 24 - Slide
feit of mening
Ik vind afval scheiden belangrijk, want dan help ik mee onze wereld te beschermen.