2) De gevraagde hoeveelheid reageert niet sterk op een prijsverandering.
D.w.z. als de prijs met een bepaald percentage verandert, verandert de gevraagde hoeveelheid met een kleiner percentage.
Dit is een prijsinelastische vraag.
Het gaat hier om goederen die voorzien in de primaire levensbehoefte.
Slide 6 - Slide
3) De gevraagde hoeveelheid reageert sterk op een prijsverandering.
D.w.z. als de prijs met een bepaald percentage verandert, verandert de gevraagde hoeveelheid met een groter percentage.
Dit is een prijselastische vraag.
Het gaat hier om luxe goederen.
Slide 7 - Slide
4) Als de prijs stijgt, wordt er meer van dit goed gekocht.
Dit heet een Giffen-goed.
Giffen ontdekte dat wanneer prijs van brood steeg, men (armere mensen) minder budget over hadden om vlees te kopen, waardoor men maar wat meer brood ging kopen.
Slide 8 - Slide
Waarde elasticiteit
Of iets (volkomen) prijsinelastisch of prijselastisch is, kun je uitrekenen met de volgende formule:
Prijselasticiteit van de vraag (Ev) =
Slide 9 - Slide
Volkomen inelastisch
De waarde van Ev bij een volkomen prijsinelastische vraag:
Procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is altijd 0; Ev = ......
Slide 10 - Slide
Volkomen inelastisch
De waarde van Ev bij een volkomen prijsinelastische vraag:
Procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is altijd 0; Ev = 0
Slide 11 - Slide
Inelastisch
De waarde van Ev bij een prijsinelastische vraag:
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is ..............................................................................................de procentuele verandering van de prijs.
Bijv.: prijs 10%↑ en vraag 5%↓; Ev = ...................................
Ev ligt dus tussen ...... en ......
Slide 12 - Slide
Inelastisch
De waarde van Ev bij een prijsinelastische vraag:
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is kleiner dan de procentuele verandering van de prijs.
Bijv.: prijs 10%↑ en vraag 5%↓; Ev = -5% / 10% = -0,5
Ev ligt dus tussen -1 en 0
Slide 13 - Slide
Elastisch
De waarde van Ev bij een prijselastische vraag:
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is ........................................................................................... procentuele verandering van de prijs.
Bijv.: prijs 10%↑ en vraag 20%↓; Ev = .............................
Ev is dus altijd .................................................................
Slide 14 - Slide
Elastisch
De waarde van Ev bij een prijselastische vraag:
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid is groter dan procentuele verandering van de prijs.
Bijv.: prijs 10%↑ en vraag 20%↓; Ev = -20% / 10% = -2
Ev is dus altijd kleiner dan -1
Slide 15 - Slide
Giffen-goed
Als prijs stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid ........................................ .
Ev is dus altijd groter dan ..... .
Slide 16 - Slide
Giffen-goed
Als prijs stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid stijgen.
Van een product is de vraagcurve als volgt: qv = -2p + 10
a) Teken deze vraaglijn.
Stel dat de prijs stijgt van
p = 3 naar p = 4.
b) Hoe groot is de prijselasticiteit van de vraag?
Slide 25 - Slide
Elasticiteit en omzet
De waarde van de elasticiteit zegt iets over of de omzet zal toe- of afnemen bij een prijsstijging of –daling.
Slide 26 - Slide
Voorbeeld
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
Slide 27 - Slide
Voorbeeld
De elasticiteit van de vraag is gelijk aan -2. De prijs was €10 en stijgt met 10%. De gevraagde hoeveelheid was 100.
Slide 28 - Slide
De omzet daalt, want de gevraagde hoeveelheid zal procentueel meer afnemen dan dat de prijs procentueel stijgt.
Dit komt omdat er sprake is van een elastische vraag.
Bij een elastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een ....................................................... van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs ........................................ is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 29 - Slide
Bij een inelastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een ......................................... van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs ..................................... is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.
Bij een inelastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een ................................................. van de omzet, omdat de procentuele daling van de prijs ....................................... is dan de procentuele stijging van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 30 - Slide
Bij een elastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een ............................ van de omzet, omdat ................................ .............................................................................................................................................................................................................................................................................................
Slide 31 - Slide
De omzet daalt, want de gevraagde hoeveelheid zal procentueel meer afnemen dan dat de prijs procentueel stijgt.
Dit komt omdat er sprake is van een elastische vraag.
Bij een elastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een daling van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs kleiner is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 32 - Slide
Bij een inelastische vraag zal een prijsstijging leiden tot een stijging van de omzet, omdat de procentuele stijging van de prijs groter is dan de procentuele daling van de gevraagde hoeveelheid.
Bij een inelastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een daling van de omzet, omdat de procentuele daling van de prijs groter is dan de procentuele stijging van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 33 - Slide
Bij een elastische vraag zal een prijsdaling leiden tot een stijging van de omzet, omdat de procentuele daling van de prijs kleiner is dan de procentuele stijging van de gevraagde hoeveelheid.
Slide 34 - Slide
Vraaglijn & elasticiteit
De plaats op de vraaglijn bepaalt of iets elastisch of inelastisch is.