What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Molrekenen
Molrekenen
rekenen aan de mol, rekenen met de molverhouding
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Molrekenen
rekenen aan de mol, rekenen met de molverhouding
Slide 1 - Slide
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
: rho
x N
A
Rekenen met rekendriehoeken kan ook helpen bij het sneller onder de knie krijgen van het rekenen aan reacties maar het is maar een truckje.
: M
massa
: N
A
x M
aantal deeltjes
eenheid mol
chemische hoeveelheid
volume
Slide 2 - Drag question
De
molaire massa
is de massa van...
A
...één molecuul
B
...heel veel moleculen
C
...van individuele atomen in een molecuul
D
...van 1,00 mol moleculen
Slide 3 - Quiz
Hoeveel
significante cijfers
bevat
het volgende getal: 0,1023x10
3
A
1
B
4
C
5
D
7
Slide 4 - Quiz
Welk voorvoegsel hoort bij
10
-6
?
A
milli
B
micro
C
mega
D
nano
Slide 5 - Quiz
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Rekenen met rekendriehoeken kan helpen bij het sneller onder de knie krijgen van het rekenen aan reacties maar het is maar een truckje.
___________
X
n
M
m
mol
gram
rho
V
gram/mol
Slide 6 - Drag question
Hoeveel mol komt overeen met
8,02 gram methaan?
A
1,00 mol
B
0,500 mol
C
0,750 mol
D
2,00 mol
Slide 7 - Quiz
Welk gegeven heb je nodig om een volume om te rekenen naar massa?
A
constante van Avogadro
B
dichtheid
C
molariteit
D
molaire massa
Slide 8 - Quiz
Met hoeveel deeltjes komt 1,00 mol overeen?
A
1
B
molecuulmassa in u
C
ontelbaar aantal deeltjes
D
constante van Avogadro
Slide 9 - Quiz
Wat is de eenheid van
chemische hoeveelheid
?
A
mol
B
gram/mol
C
u
D
gram
Slide 10 - Quiz
Welk voorvoegsel hoort bij
10
-9
?
A
milli
B
micro
C
mega
D
nano
Slide 11 - Quiz
Welk gegeven heb je nodig om een hoeveelheid mol om te rekenen naar het aantal deeltjes?
A
constante van Avogadro
B
dichtheid
C
molariteit
D
molaire massa
Slide 12 - Quiz
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
___________
X
N
A
Rekenen met rekendriehoeken kan helpen bij het sneller onder de knie krijgen van het rekenen aan reacties maar het is maar een truckje.
M
mol
N
deeltjes
n
V
deeltjes per mol
Slide 13 - Drag question
Waar in binas kan je de waarde van
de
constante van Avogadro
vinden?
A
3B
B
7A
C
38A
D
99
Slide 14 - Quiz
Stel je rekent een hoeveelheid gram stof om
naar de chemische hoeveelheid.
Kijkend naar het eindantwoord, op welk
niveau
werk je dan?
A
micro
B
meso
C
macro
Slide 15 - Quiz
Wel woord moet je op de open plek invullen?
Een ...... is een gegeven dat meetbaar is.
A
eenheid
B
grootheid
C
afgeleide eenheid
D
SI-eenheid
Slide 16 - Quiz
Welke
gemeten waarde
is het nauwkeurigst:
20,34 cm of 304 mm
A
20,34 cm
B
304 mm
C
beide waardes
D
geen van de waardes
Slide 17 - Quiz
Welk voorvoegsel hoort bij
10
6
?
A
milli
B
micro
C
mega
D
nano
Slide 18 - Quiz
Hoeveel millimol komt overeen met 1,2 mol?
A
0,0012
B
1200000
C
1200
D
0,0000012
Slide 19 - Quiz
Welk gegeven heb je nodig om een massa om te rekenen naar mol?
A
constante van Avogadro
B
dichtheid
C
molariteit
D
molaire massa
Slide 20 - Quiz
Fe
3
O
4
+ 4 H
2
--> 3 Fe + 4 H
2
O
Wat is de molverhouding van deze reactie?
A
0 : 4 : 3 : 4
B
1 : 4 : 3 : 4
C
34 : 2 : 0 : 2
D
34 : 2 : 1 : 31
Slide 21 - Quiz
Welk getal beschrijft de relatie tussen atomen & moleculen op microniveau en de mol op het macroniveau?
A
constante van Avogadro
B
dichtheid
C
molariteit
D
molaire massa
Slide 22 - Quiz
De molecuulmassa in u en de molaire massa in gram zijn in getalswaarde gelijk.
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
De molaire massa van bariumchloride (BaCl
2
) is?
A
90,0 g/mol
B
403,11 g/mol
C
276,21 g/mol
D
208,2 g/mol
Slide 24 - Quiz
We verbranden 25 gram butaangas (C
4
H
10
), volledig.
Stel eerst de reactievergelijking op.
Bereken
hoeveel mol
koolstofdioxidegas er bij deze reactie vrijkomt?
A
25
B
0,43
C
1,7
D
0,11
Slide 25 - Quiz
We verbranden 25 gram butaangas (C
4
H
10
), volledig.
Stel eerst de reactievergelijking op.
Bereken hoeveel mol koolstofdioxidegas er bij deze reactie vrijkomt?
Uitwerking:
1 C
4
H
10
(g) + 13 O
2
(g) --> 8 CO
2
(g) + 10 H
2
O (g)
2 C
4
H
10
13 O
2
8 CO
2
10 H
2
O
molver houding
2
13
8
10
massa
25 gr.
molaire massa
58,12 g/mol
0,43014 mol
---------->
x
8
/
2
1,72058
~ 1,7 mol
Slide 26 - Slide
We verbranden 25 gram butaangas (C
4
H
10
), volledig.
Stel eerst de reactievergelijking op.
Bereken
hoeveel gram
waterdamp er bij deze reactie vrijkomt?
A
1,55
B
38,7
C
0,086
D
25
Slide 27 - Quiz
We verbranden 25 gram butaangas (C
4
H
10
), volledig.
Stel eerst de reactievergelijking op.
Bereken hoeveel mol koolstofdioxidegas er bij deze reactie vrijkomt?
Uitwerking:
1 C
4
H
10
(g) + 13 O
2
(g) --> 8 CO
2
(g) + 10 H
2
O (g)
2 C
4
H
10
13 O
2
8 CO
2
10 H
2
O
molver houding
2
13
8
10
massa
25 gr.
38,7474
~ 38,7 gr.
molaire massa
58,12 g/mol
18,016 g/mol
0,43014 mol
---------->
x
10
/
2
2,15072 mol
Slide 28 - Slide