This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Interactieve Video
Kinderarbeid in de fabrieken
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoelen:
Aan het eind:
- kun je een verschil en een overeenkomst opnoemen tussen kinderarbeid in de 19e eeuw en nu.
- weet je te vertellen waarom kinderarbeid in Nederland niet meer bestaat, of toch wel?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Volgende dia: filmpje arbeidsomstandigheden Daens.
Wat weet je al van kinderarbeid?
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Video
00:04
Daens (1992)
Slide 12 - Slide
00:08
Waarom zouden kinderen over de grond kruipen bij de machines?
A
Omdat ze klein zijn en goed alles kunnen pakken wat valt
B
Omdat de volwassenen daar geen zin in hadden
C
Omdat dit een leuk spel was voor kinderen
D
Daar begon iedereen later kon je promotie maken
Slide 13 - Quiz
01:51
Wat is er met het meisje gebeurd dat op de kar ligt?
A
Het meisje ligt te slapen
B
Zij kan niet lopen want ze is kreupel aan haar voet
C
Zo vervoerden mensen zich veel in de 19de eeuw
D
Het meisje is overleden omdat ze doodgevroren is.
Slide 14 - Quiz
01:52
Zouden er vaker kinderen doodgaan door de kou of honger in de 19de eeuw?
Slide 15 - Open question
02:01
Je ziet mensen dansen en lachen omdat ze dronken zijn. Waarom dronken veel mensen alcohol in deze tijd?
A
Omdat mensen wel van een feestje hielden
B
Alcohol deed de mensen hun dagelijks ellende van werk even vergeten
C
Alcohol was alleen voor arbeiders, dus zo konden ze hun bazen ontlopen
D
Alcohol hielp tegen de kou.
Slide 16 - Quiz
03:11
Zou deze jongen ook in de fabriek werken?
A
Ja, hij werkt gewoon elke dag behalve zaterdag.
B
Nee, niet elke dag alleen op zaterdag
C
Ja, maar dan krijgt hij minder uren dan de andere kinderen
D
Nee, hij krijgt school les
Slide 17 - Quiz
03:20
Beschrijf de woning van deze arbeiders
Slide 18 - Open question
04:05
Waarom moeten de kinderen wakker worden?
A
De pastoor is binnen
B
ze moeten straks toch werken
Slide 19 - Quiz
Kinderarbeid
Goedkope arbeidskrachten
Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan
Ze zijn goedkoper dan mannen en vrouwen
Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines
Slide 20 - Slide
Laatste dia: Zet de letters 1 t/m 3 onder mekaar en geef antwoord op de vragen:
1. Welk verschil kun jij benoemen tussen kinderarbeid in de 19e eeuw en nu? 2. Welk overeenkomst kun jij benoemen tussen kinderarbeid in de 19e eeuw en nu? 3. Waarom bestaat kinderarbeid in Nederland nu niet meer (maar in sommige landen nog wel)?