Oefentoets weer & klimaat

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Weer en Klimaat

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

1. Het is het zelfde
2. Het weer is klimaat over een lange periode
3. Het klimaat is weer over lange periode
4. Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

1. Het is het zelfde
2. Het weer is klimaat over een lange periode
3. Het klimaat is weer over lange periode
4. Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Wat is de reden dat er seizoenen zijn op aarde?

1. Doordat de aarde draait om de zon
2. Door de schuine stand van de aarde om de zon
3. Doordat de aarde om zijn eigen as draait

Welke van de klimaatfactoren spelen een rol bij de temperatuur van Nederland?

1. de zon en de breedteligging
2. de ligging van het gebergte en de hoogteligging
3. de breedteligging en hoogteligging
4. breedteligging, gesteld- heid aardoppervlak, ligging aan zee

Welke temperatuurfactor is dit?

1. breedteligging
2. hoogteligging
3. klimaatscheiding
4. ligging ten opzichte van zee

Punten met een gelijke luchtdruk
heten:

1. Isobaren
2. Isothermen
3. Isotopen
4. Isostaren

Vanaf waar neemt de golfstroom warm water mee naar Europa?

1. Afrika
2. Canada
3. China
4. De Golf van Mexico

Welk kenmerk van aanlandige wind is juist?

1. In de zomer is aanlandige wind warm.
2. Aanlandige wind waait vanaf het land naar zee.
3. In de winter is aanlandige wind koud.
4. In de winter is aanlandige wind warm.

Hoogteligging is in Spanje een belangrijke factor voor de verdeling van klimaten

1. waar
2. niet waar

Welk soort regen komt voor in berggebieden?

1. Stijgingsregens
2. Frontale regens
3. Stuwingsregens
4. Tropische regens

In de tropen regent het erg vaak. Dit komt door.....?

1. Stuwingsregens
2. Stijgingsregens
3. Loefzijde
4. Frontale regens

Op de noordpool en zuidpool ligt een

1. hogedrukgebied
2. lagedrukgebied
3. noordpool: hogedruk zuidpool: lagedruk
4. noordpool: lagedruk zuidpool: hogedruk

Hoe stroomt de lucht?

1. Van een lage- naar een hogedruk gebied
2. Van een hoge- naar een lagedruk gebied
3. Dat verschilt per continent
4. Dat is steeds verschillend

Op de afbeelding zie je 2 soorten regen.

Welke 2 soorten regen?

1. Plaatje 1 = Stijgingsregen, Plaatje 2= Stuwingsregen
2. Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Stijgingsregen
3. Plaatje 1= Frontale regen, Plaatje 2= Stijgingsregen
4. Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Frontale regen.

Nederland kent 2 soorten regens. Welke 2?

1. Stijgingsregen (zomer) en frontale regen )
2. Stijgingsregen(winter) en frontale regen
3. frontale regen
4. stuwingsneerslag

Welke uitspraken over de wet van Buys Ballot zijn juist?

1. Lucht stroom altijd van H naar L
2. Lucht stroom altijd van L naar H
3. Wind heeft een afwijking naar rechts op het NH
4. Wind heeft een afwijking naar links op het NH

Bekijk bron 1.
Welke tekening geeft de grote windsystemen op aarde juist weer?

1. tekening 1
2. tekening 2
3. tekening 3
4. tekening 4

Hoe heten de winden die van ca. 30 graden NB en ZB naar de evenaar waaien?

1. Moessons
2. Passaten
3. Westenwinden
4. Drukwinden

Lijnen die gelijke luchtdrukgebieden met elkaar verbinden noem je?

1. Iso
2. Isotherm
3. Isobar
4. Iso-pha

Als de isobaren dicht bij elkaar staan dan:

1. Waait het niet
2. Waait het zachtjes
3. Waait het hard
4. Wat zijn isobaren?

Sleep de letters H (hogedruk) en L (lagedruk) naar de juiste plaats op de kaart.

H

L

Schrijf zoveel mogelijk op wat je af kunt lezen van de kaart en verklaar zo goed mogelijk.