Landstede Groep

HG 7

Hoofdstuk 7 heet Ο ΣΙΤΟΣ. Wat betekent dat?
A
de stoel
B
de dieren
C
het graan
D
het eten
1 / 9
next
Slide 1: Quiz
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 heet Ο ΣΙΤΟΣ. Wat betekent dat?
A
de stoel
B
de dieren
C
het graan
D
het eten

Slide 1 - Quiz

Welke vorm is μάχεσθαι (r. 13)?
A
infinitivus
B
1e persoon ev. (ind.)
C
3e persoon ev. (ind.)
D
1e persoon mv. (ind.)

Slide 2 - Quiz

Wat betekent de volgende zin?
Ὁ δὲ Γλαῦκος βαίνει πρὸς τοὺς ἵππους. (r. 30)

Slide 3 - Open question

In welke naamval staat τὸν Τεῦκρον (r. 42)?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 4 - Quiz

Wat voor vorm is ὀφείλομεν (r. 49)?
A
infinitivus
B
1e persoon ev.
C
1e persoon mv.
D
3e persoon mv.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent de volgende zin?
Οἱ γὰρ Σπαρτιᾶται κάθηνται ἐφ’
ἑδρῶν. (r. 61-62)
A
De Spartanen zitten niet op een stoel.
B
Want de Spartanen eten op stoelen.
C
Want de Spartanen zitten op stoelen.
D
De Spartanen eten niet op een stoel.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent de volgende zin?
Ἡ δ’ Ἑλένη οὐ βούλεται κρέας· βούλεται γὰρ
ἰχθύν. (r. 77-78)

Slide 7 - Open question

Wat voor vorm is ἐσθίετε (r. 88)?
A
infinitivus
B
1e persoon ev.
C
2e persoon ev.
D
2e persoon mv.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent de volgende zin? (r. 111-112)
Ὁ μὲν οὖν Γλαῦκος καὶ ὁ Ξάνθος ὕδατι λούουσι
τὰς χεῖρας, ἡ δ’ Ἑλένη λούειν οὐ βούλεται.

Slide 9 - Open question