This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Hoofdstuk 11
Slide 1 - Slide
Programma
Per leerdoel een korte les
- Introductie
- Uitleg van het leerdoel
- Controlevragen
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
- De leerling kent het begrip arbeid en kan uitleggen hoe arbeid voorkomt in verschillende situaties.
- De leerling kan rekenen met de formule W=F * s
Slide 3 - Slide
Voorkennis
De leerlingen weten dat bewegingen altijd energie kosten. De hoeveelheid energie wordt bepaald door de kracht en door de tijd waarop die kracht wordt gelevert.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Arbeid
Als jij arbeid (werk) verricht dan maakt het uit hoe zwaar dat werk is, maar ook hoe lang je dat werk moet volhouden.
Een auto rijdt uit stilstand weg bij een stoplicht. Wordt hier arbeid verricht?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Waardoor wordt de arbeid geleverd bij een auto die versnelt?
A
Door de motoren
B
Door de wielen
C
Door de bestuurder
D
Er is geen arbeid
Slide 8 - Quiz
Wat is de eenheid van Arbeid (W)
A
Jm
B
N/m
C
Nm
D
Het goede antwoord staat er niet bij.
Slide 9 - Quiz
Hoeveel arbeid lever je als je een kist van 5 kg 2 meter optilt?
A
10 Nm
B
1000 Nm
C
980 Nm
D
98 Nm
Slide 10 - Quiz
Je duwt met 80 N tegen een blok en verschuift dit blok 20 m. Hoeveel arbeid heb je geleverd?
A
40 J
B
100 J
C
160 J
D
1600 J
Slide 11 - Quiz
Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een kracht van 180N nodig. Bereken de arbeid die nodig is om de stoel 2m te verschuiven
A
50 J
B
50Nm
C
360Nm
D
4500Nm
Slide 12 - Quiz
Hoeveel arbeid moet een hijskraan leveren om een auto van 1500 kg 20 meter op te tillen? (neem g = 10 m/s2)