This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
zww = zelfstandig werkwoord
kww = koppelwerkwoord
hww = hulp werkwoord
Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. Het zelfstandig werkwoord is dus het belangrijkste werkwoord. Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (heten, dunken en voorkomen)
Vraag 1: Staat er een vorm van één van de negen koppelwerkwoorden in de zin?
Vraag 2: Gaat het in de zin om een ‘toestand’ (ook wel: eigenschap)?
Vraag 3: Wordt er in de zin iets over het onderwerp gezegd?