What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
V2 H7 7.5 standaardvorm
Les 5
Terugblik §7.4 groeifactor en tijd
Check
Uitleg §7.5 standaardvorm
Check
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 5
Terugblik §7.4 groeifactor en tijd
Check
Uitleg §7.5 standaardvorm
Check
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Welke factor hoort bij een afname van 8%?
A
0,08
B
0,2
C
0,92
D
-8
Slide 4 - Quiz
Apparaten worden minder waard, doordat je ze gebruikt.
Jaarlijkse waarde afname van 8% op een bedrag van €1500.
Welke formule hoort erbij?
A
h
=
0
,
9
2
⋅
1
5
0
0
t
B
h
=
1
5
0
0
⋅
0
,
9
2
t
C
h
=
0
,
9
2
⋅
1
5
0
0
t
D
h
=
1
5
0
0
−
0
,
9
2
t
Slide 5 - Quiz
Doel
Je leert hoe je grote getallen schrijft met een macht van 10
Je leert hoe je kleine getallen schrijft als een macht van 10.
Slide 6 - Slide
De standaardvorm bij grote getallen
s
Slide 7 - Slide
De standaardvorm bij grote getallen
98000 kun je schrijven als
98 x 1000 = 98 x 10
3
toch noemen we dit nog niet de standaardvorm (wetenschappelijke notatie)
we spreken af dat het eerste getal tussen de
de komma
4 plekken naar rechts
verplaatsen
9
,
8
⋅
1
0
4
standaardvorm?
voorste getal ligt altijd
tussen de 1 en de 10,
en dan keer een macht van 10.
Slide 8 - Slide
De standaardvorm bij grote getallen
s
de komma
4 plekken naar rechts
verplaatsen
9
,
8
⋅
1
0
4
standaardvorm?
voorste getal ligt altijd
tussen de 1 en de 10,
en dan keer een macht van 10.
Slide 9 - Slide
De standaardvorm bij grote getallen
s
de komma
4 plekken naar rechts
verplaatsen.
9
,
8
⋅
1
0
4
9
,
8
⋅
1
0
4
=
9
8
0
0
0
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Welk getal staat in de standaard vorm
A
2
7
0
.
0
0
0
B
8
,
6
1
0
C
4
7
⋅
1
0
4
D
3
,
5
⋅
1
0
5
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
2 eisen voor standaardvorm
Slide 15 - Slide
Eisen voor standaardvorm
1. Eerste getal altijd tussen 1 en 10
2. Keer 10 tot een macht.
Slide 16 - Slide
Schrijf de getallen voluit - opgave 1
a.
b.
c.
d.
1
,
2
⋅
1
0
3
4
,
5
⋅
1
0
6
4
0
⋅
1
0
7
7
,
8
6
⋅
1
0
4
Slide 17 - Slide
Schrijf de getallen voluit - opgave 1
a.
b.
c.
d.
1
,
2
⋅
1
0
3
=
1
2
0
0
4
,
5
⋅
1
0
6
=
4
5
0
0
0
0
0
4
0
⋅
1
0
7
=
4
0
0
0
0
0
0
0
0
7
,
8
6
⋅
1
0
4
=
7
8
6
0
0
Slide 18 - Slide
Schrijf in de standaardvorm - opgave 2
a. 3000
b. 5000000
c. 6700
d. 300 000 000
e. 4560000
Slide 19 - Slide
Schrijf in de standaardvorm - opgave 2
a.
b.
c.
d.
e.
3
0
0
0
=
3
,
0
⋅
1
0
3
5
0
0
0
0
0
0
=
5
,
0
⋅
1
0
6
6
7
0
0
=
6
,
7
⋅
1
0
3
3
0
0
0
0
0
0
0
0
=
3
,
0
⋅
1
0
8
4
5
6
0
0
0
0
=
4
,
5
6
⋅
1
0
6
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide