H27 - pvvt

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom 1D! 

Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:

• etui

Welkom 1D! 

Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:

• Kern + schrift
• agenda

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Vandaag ...

• Terugblik pvtt 
• Uitleg H27- pvvt
• Toets bespreken (paar ll'en)
• Aan de slag!

Doelen van de les: 

- Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd.

- Ik kan deze regels toepassen.

H26 - pvtt

Hoe vind je de persoonsvorm?

Hoe vind je de persoonsvorm?

• Maak van de zin een vraag

                 > persoonsvorm: het eerste werkwoord in de zin.

• Zet de zin in een andere tijd 

                 > persoonsvorm: het werkwoord dat verandert.

• Verander het getal van de zin (ev - mv) 

                > persoonsvorm: het werkwoord dat verandert

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Jij (...) lachen elke dag

1. lachd
2. lacht
3. lachdt

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Jan ...(besteden) te weinig tijd aan zijn huiswerk.

1. besteed
2. besteet
3. besteedt

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

(Worden) ... jij nu al weer boos?

1. Word
2. Wort
3. Wordt

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Wat (vinden) ... je leraar van je werk?

1. vind
2. vint
3. vindt

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Het vliegtuig ... (landen) op Schiphol.

1. land
2. lant
3. landt

H27 - pvtt

Je vindt de ik-vorm door het hele werkwoord -en:

fietsen - ik fiets

ik jij/je erachter	ik-vorm	ik fiets , word jij
Enkelvoud (hij/zij/het)	ik-vorm + t	hij fietst , zij wordt
Meervoud (zij/wij/jullie)	wij-vorm	wij fietsen , jullie worden

Persoonsvorm         > T.T.

                                       

                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   

1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm

2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t

3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)

sterke werkwoorden
vs.
zwakke werkwoorden

Wat is een voorbeeld van een 'zwak werkwoord'?

1. liep
2. kwam
3. hoorde
4. ging

H27 - pvvt

• Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank: maak - maakte

• Sterke werkwoorden veranderen wel van klank: lopen - liep

Zwakke werkwoorden

• Je vindt de ik-vorm door het hele werkwoord -en: fietsen - ik fiets
• Om te weten of je -te(n) of -de(n) schrijft, gebruik je 't kofschip.

Enkelvoud (ik/jij/hij/zij/het)	ik-vorm + 'de' of 'te'	ik stuur de , jij fiets te
Meervoud (zij/wij/jullie)	ik-vorm + 'den' of 'ten'	wij stuur den , jullie fiets ten

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen wél van klank in de verleden tijd: loop - liep. 

• Schrijf de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd zo kort en eenvoudig mogelijk.

Persoonsvorm         > T.T.

                                       

                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   

1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm

2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t

3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord

Sterke werkwoorden: zo kort en eenvoudig mogelijk.

Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Aan de slag!

Hoofdstuk 27 - Persoonsvorm verleden tijd

Opdr. 1 t/m 7

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?

Kijk zelfstandig H11 en 12 na. 

Lezen in je leesboek

Huiswerk

Maandag 18 november:

• H27: opdr. 1 t/m 7

Donderdag 21 november:

• reparatie toets Leesvaardigheid