Hoe maak je het?
Het belangrijkst is het kiezen van een goede afbeelding, waarbij genoeg valt te zien en over te praten. Hoewel je ervoor kunt kiezen om elke vraag als open vraag in te voegen, is dit niet nodig. Dit is een persoonlijke keuze waarbij je een inschatting maakt van de leerbehoeften van je leerlingen.
Hoe zet je het in?
De volgende (open) vragen stel je tijdens het laten zien van de afbeelding:
- Wat is het verhaal?
- Wat is het menselijke verhaal?
- Wat is het grotere, ‘wereld’-verhaal?
- Wat is het nieuwe verhaal?
- Wat is het niet-vertelde verhaal?
Deze werkvorm is, los van actuele situaties, goed te gebruiken bij de zaakvakken, maar ook tijdens een mentorles.
Je kunt overwegen om enkele vragen van de werkvorm te gebruiken, afhankelijk van je doelen. Je kunt er ook voor kiezen om de volgorde van de vragen aan te passen.