What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
§2.1 Geld telt
2.1 Geld telt
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2.1 Geld telt
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg begrippen 2.1
Werken aan de opdrachten
Slide 2 - Slide
§2.1 Kennen / kunnen
Begrippen:
Directe ruil
Indirecte ruil
Ruil in natura
Arbeidsverdeling
Chartaal geld
Giraal geld
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Directe ruil en
indirecte ruil
Goederen tegen goederen ruilen =
directe ruil.
Geld tegen een product 'ruilen' =
indirecte ruil.
Directe ruil
Slide 5 - Slide
Geld functies
Ruilmiddel:
iets kopen.
Rekenmiddel:
vaststellen hoeveel iets waard is.
Spaarmiddel:
sparen voor iets wat je later wilt kopen.
Slide 6 - Slide
Arbeidsverdeling
moeilijk bij
"ruil in natura".
Ruil in natura:
Een goed of dienst ruilen tegen een ander goed en dienst.
Geld
maakt
arbeidsverdeling
mogelijk.
Geld maakt dus mogelijk dat er
verschillende beroepen
zijn
Slide 7 - Slide
Internationale arbeidsverdeling
Arbeidsverdeling is het verdelen van taken aan diegene die daar goed in is.
Wat zou dan internationale arbeidsverdeling zijn?
Wat zijn de voordelen van internationale arbeidsverdeling?
timer
3:00
Slide 8 - Slide
Arbeidsverdeling
Taken verdelen
Specialisatie
Voorbeeld van Britse econoom Adam Smith in 1776
is technische arbeidsverdeling
Maatschappelijke arbeidsverdeling --> productie verdelen over sectoren.
Slide 9 - Slide
Goederen & Diensten
Goederen
Diensten
Slide 10 - Slide
Chartaal geld
Chartaal geld
= contant geld
Bankbiljetten en Munten
Geld dat je kan aanraken
Vaak kleine bedragen
Kan vervalst worden
Slide 11 - Slide
Giraal geld
Chartaal geld
Slide 12 - Slide
Indirecte ruil is:
A
geld tegen een product ruilen
B
een product tegen geld ruilen
C
geld tegen geld ruilen
D
een product tegen een product ruilen
Slide 13 - Quiz
Wat is arbeidsverdeling
A
iedereen doet veel verschillende taken
B
de taken worden verdeeld over de mensen
Slide 14 - Quiz
Wat is directe ruil?
A
Ruilen zonder geld
B
Ruilen met geld
Slide 15 - Quiz
Wat is giraal geld?
A
geld op de bankrekening
B
al het munt geld
C
alle bankbiljetten
D
al het munt geld en bankbiljetten
Slide 16 - Quiz
Je hebt chartaal geld en giraal geld. Wat is chartaal geld?
A
Geld in je zak
B
Geld op je rekening
Slide 17 - Quiz