What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
12.3
Welkom!
Welkom
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Welkom
Slide 1 - Slide
Welkom!
Planning:
Opstarten
05 min
Bespreken opdracht 64
10 min
Uitleg
Traagheid
+
Kreukelzone
10 min
Maken opdrachten
15 min
Uitleg
Andere veiligheidsmaatregelen
10 min
Maken opdrachten
10 min
Pub-quiz
10 min
Lesafsluiting
05 min
Slide 2 - Slide
Planning tot aan SO:
Ma 26 feb:
Paragraaf 12.1-1
Soorten bewegingen
Woe 27 feb:
Paragraaf 12.1-2
Reactieafstand, remweg, stopafstand
Vrij 1 mrt:
Paragraaf 12.2-1
Bewegingsenergie & Zwaarte-energie
Ma 4 mrt:
Paragraaf 12.2-2
Behoud van energie
Woe 6 mrt:
Paragraaf 12.3
Veiligheidsmaatregelen
Vrij 8 mrt:
Paragraaf 12.4-1
Versnellen & Vertragen
Ma 11 mrt:
Paragraaf 12.4-2
Kracht & Beweging
Woe 13 mrt:
Paragraaf 12.5
Energie & Botsen
Vrij 15 t/m ma 18 mrt:
Vervalt mogelijk i.v.m. skireis
Woe 20 mrt:
Toets H12 Paragraaf 1 t/m 5
De 3,5 week daarna:
SE + Examenvoorbereiding
Slide 3 - Slide
Pak erbij:
Pen/potlood om na te kijken
We kijken de volgende opdrachten na:
Paragraaf 12.2 opdracht 64
Slide 4 - Slide
Opgave 64
Slide 5 - Slide
Opgave 64
Slide 6 - Slide
Opgave 64
Slide 7 - Slide
Leerdoelen
Je leert:
bij snelheidsverandering aangeven wat het effect van traagheid is;
veiligheidsmaatregelen opnoemen die in een auto zitten;
de functie van de veiligheidsmaatregelen uitleggen;
uitleggen hoe de veiligheidsmaatregelen de gevolgen van een botsing verminderen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Veiligheidsmaatregelen in het verkeer
Bedenk hoe de helm je
hoofd beschermd?
Slide 10 - Slide
Traagheid
Traagheid is de weerstand die een voorwerp heeft om van richting dan wel snelheid te veranderen.
Slide 11 - Slide
Traagheid
Traagheid is de weerstand die een voorwerp heeft om van richting dan wel snelheid te veranderen.
Slide 12 - Slide
Botskracht
Botskracht
is de kracht die de auto afremt bij een botsing.
Negatieve arbeid
Slide 13 - Slide
of geen kreukelzone
Slide 14 - Slide
Kreukelzone
Negatieve arbeid
vervormt de kreukelzone
Hoe langer (
s
),
hoe kleiner (
F
)
Slide 15 - Slide
Stopkracht
Stopkracht
is de kracht die de
passagiers
tot stilstand brengt.
Slide 16 - Slide
Kooiconstructie
Slide 17 - Slide
Aan de slag
Wat?
Maak 12.3 opdracht 69 t/m 75 + 79 t/m 81 + 84
Hoe?
Zelfstandig, in je werkboek
Hulp?
Lees 12.3 nogmaals door
Tijd?
15 minuten
Resultaat?
Klassikaal bespreken
Klaar?
Maak ook opdracht 76 + 77 + 78 + 82 + 83
timer
15:00
Slide 18 - Slide
DRUK
Druk
is de
kracht
die een voorwerp op een
bepaald
oppervlak
uitoefent.
Slide 19 - Slide
Verschil tussen kracht en druk?
Een
kracht
oefen je uit op een voorwerp.
De
kracht
wordt uitgedrukt in
Newton
.
Druk
is de
kracht
die een voorwerp uitoefent op een
oppervlakte
.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Druk
p
=
A
F
p
⋅
A
F
Slide 22 - Slide
Veiligheidsgordels
vergroten stopafstand
groter oppervlakte; kleinere druk
Slide 23 - Slide
Airbags
vergroten stopafstand
groter oppervlakte; kleinere druk
Slide 24 - Slide
Helm
vervorming; vergroten stopafstand
groter oppervlakte; kleinere druk
Slide 25 - Slide
Huiswerk:
Wat?
Maak 12.3 helemaal behalve ster-opdrachten
Hoe?
Zelfstandig, in je werkboek
Hulp?
Lees 12.3 nogmaals door
Tijd?
Tot einde van de les
Resultaat?
Klassikaal bespreken
Klaar?
Lees paragraaf 12.3 alvast door
Slide 26 - Slide
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 27 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 28 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 29 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 30 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 31 - Quiz
Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand
Slide 32 - Quiz
Een vrachtauto heeft een grotere traagheid dan een personenauto
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Welk begrip hoort
bij deze afbeelding?
A
Vertraging
B
Weerstand
C
Traagheid
D
Arbeid
Slide 34 - Quiz
Wanneer heeft een voorwerp een grote traagheid?
A
bij een kleine massa
B
bij een grote massa
C
bij een klein volume
D
bij een groot volume
Slide 35 - Quiz
Een volgeladen vrachtwagen heeft een grotere traagheid dan een lege vrachtwagen.
Hoe merkt een chauffeur dat bij het afremmen?
A
moeilijker bestuurbaar
B
duurt langer om op snelheid te komen.
C
duurt langer om tot stilstand te komen
D
er is geen waarneembaar verschil
Slide 36 - Quiz