Voedingsmiddelen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Thema 2 Voeding en vertering

bs 1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

bs 2. Voedingsstoffen

Noem 2
voedingsmiddelen

Leerdoel

1. Je kunt de functie van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.
2. Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Voedingsmiddelen

Dierlijk of plantaardig?

Alles wat je eet en drinkt zijn voedingsmiddelen:

plantaardige voedingsmiddelen: sla, boontjes, brood, appel

dierlijke voedingsmiddelen: ei, kip, kaas, karbonade

Voedingsstoffen

Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestandsdelen van voedingsmiddelen

• brandstof
• bouwstof
• reservestof
• beschermende stof

Voedingsvezels

Voedingsvezel (of vezels) is een verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren.

• Zorgen voor een verzadigd gevoel 
• Zijn nodig voor een goede
  darmwerking

Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt.

1. Juist
2. Onjuist

Olijfolie is plantaardig.

1. Juist
2. Onjuist

Zuivelproducten zijn dierlijke producten.

1. Juist
2. Onjuist

De functie van bouwstoffen is het leveren van energie.

1. Juist
2. Onjuist

Energie wordt in je lichaam onder andere gebruikt voor het op peil houden van je lichaamstemperatuur.

1. Juist
2. Onjuist

Voor verbranding heb je voedsel nodig.

1. Juist
2. Onjuist

Voedingsvezels zijn nodig voor energie.

1. Juist
2. Onjuist

Reservestoffen worden opgeslagen in het lichaam

1. Juist
2. Onjuist

Aan de slag 2.1 en 2.2

Basisstof 1: opdrachten 1, 2, 3, 5, 7, 8

Basisstof2: opdrachten 1, 2, 4, 5, 6, 7,