What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
Schimmels en bacteriën.
Schimmels en bacteriën
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Schimmels en bacteriën
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
Uitleggen hoe bacteriën en schimmels ook nuttige eigenschappen en toepassingen hebben.
De eigenschappen van bacteriën benoemen.
De eigenschappen van schimmels benoemen.
Voorbeelden van ziektes die veroorzaakt worden door bacteriën en schimmels opnoemen en uitleggen hoe die veroorzaakt worden.
Slide 2 - Slide
Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Vacuole
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Veelcellige schimmels
Voortplanting door sporen
- Paddenstoel
- Uiteinde schimmeldraden
Voorbeelden
Slide 6 - Slide
Schimmels bestaan uit schimmeldraden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Mycelium (zwamvlok)
Slide 8 - Slide
Heksenkring is ontstaan uit de zwamvlok van één exemplaar
Slide 9 - Slide
2
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Wat is géén nuttige toepassing van schimmels
A
Je kunt er eten mee maken en je kunt ze eten
B
Ze worden als geneesmiddel gebruikt
C
Ze helpen om voedsel langer houdbaar te maken
D
Alle drie de antwoorden zijn een voorbeeld van nuttige toepassing van schimmels.
Slide 15 - Quiz
Wat kan er worden gemaakt met nuttige schimmels?
A
kaas, appelsap, frikadel.
B
medicijnen, bier, kaas.
C
alle schimmels zijn nuttig
D
er zijn geen nuttige schimmels.
Slide 16 - Quiz
B2 Bacteriën
Bacteriën
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
te delen.
Slide 19 - Slide
4
Slide 20 - Video
Wat is het verschil tussen een virus en een bacterie?
A
een virus leeft en een bacterie niet
B
een virus bestaat uit meerder cellen en een bacterie niet
C
een virus leeft niet en een bacterie wel
Slide 21 - Quiz
Maar.....Zijn alle bacteriën slecht?
Ja
Nee
Slide 22 - Poll
Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
zelfwerkzaamheid
Maak nu de opdrachten van les 5 Schimmels (vanaf blz.204) en les 6 Bacteriën ( vanaf blz.210)
Slide 26 - Slide