What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
LMC Voortgezet Onderwijs
‹
Return to search
Woorden Bron E
Schrijf op de sporten in het Frans die je geleerd hebt (8 in totaal)
1 / 22
next
Slide 1:
Mind map
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Schrijf op de sporten in het Frans die je geleerd hebt (8 in totaal)
Slide 1 - Mind map
Kies het juiste werkwoord
J'..... raison
A
ai
B
as
C
avez
D
ont
Slide 2 - Quiz
J'ai rasion betekent
A
wij hebben gelijk
B
jij hebt gelijk
C
ik heb gelijk
D
zij heeft gelijk
Slide 3 - Quiz
Kies het juiste werkwoord
Tu ..... du sport?
A
faire
B
fais
C
fait
D
faise
Slide 4 - Quiz
Tu fais du sport? betekent:
A
Doe jij aan sport?
B
Sport jij veel?
C
Welke sport doe jij?
D
Jij sport vaak?
Slide 5 - Quiz
Wij gaan naar huis betekent:
A
On rentre
B
Nous rentrons
C
Zij rentre
D
Je rentre
Slide 6 - Quiz
Zij wint betekent:
A
Elles gagne
B
Elle gagne
C
Elle a gagné
D
Elles gagnent
Slide 7 - Quiz
De plek betekent
A
l'endroit
B
l'endrite
C
l'eindrait
D
l'endoi
Slide 8 - Quiz
Traduis en français
Nee, ik sport niet
Slide 9 - Open question
ja, ik voetbal
Slide 10 - Open question
Voetbal jij vaak?
Slide 11 - Open question
drie keer per week
Slide 12 - Open question
de ontkenning (2)
ne ... pas
en andere ontkenningen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Andere ontkenningen
ne ... plus = niet meer
ne ... jamais = nooit
ne ... rien = niets
ne ... pas encore = nog niet
Slide 15 - Slide
Quiz
Probeer de volgende zinsdelen in de juiste volgorde te zetten
Slide 16 - Slide
mange
de viande
Il
ne
jamais
Slide 17 - Drag question
ne
sa mère
plus
quoi faire
sait
Slide 18 - Drag question
trouvé
a
n'
pas encore
elle
de solution
Slide 19 - Drag question
ne
pas encore
ils
vont
faire du foot
Slide 20 - Drag question
n'
les légumes
il
aime
pas
Slide 21 - Drag question
jamais
au restaurant
dînons
nous
ne
Slide 22 - Drag question