LMC Voortgezet Onderwijs

3hv_leesvaardigheid

atelier de lecture
Atelier de lecture
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

atelier de lecture
Atelier de lecture

Slide 1 - Slide

menu du jour
feedback schrijftoets
tips woordenboekgebruik
oefenteksten Beyoncé & Coco Chanel
quiz basisvocabulaire

devoirs vendredi: tekst 11 (met woordenboek)

Slide 2 - Slide

beoordelingsmodel schrijfonderdeel

Slide 3 - Slide

resultaten rtti

Slide 4 - Slide

woordenboekgebruik
Bij de toets mag je je woordenboek gebruiken. 
Gebruik je woordenboek bewust. Zoek niet elk moeilijk woord op. 
Kies alleen woorden op die ...
  • je écht niet kunt raden
  • belangrijk zijn voor de strekking van het verhaal
  • je nodig hebt om de vraag te beantwoorden

Slide 5 - Slide

woordenboekgebruik
Bedenk op welk moment je je woordenboek gebruikt.
Tijdens het lezen van de tekst haal je jezelf steeds uit je concentratie als je een woord opzoekt. 
Dus gebruik je woordenboek alléén ...
  • tijdens globaal lezen (voordat je studerend gaat lezen)
  • na het lezen van een alinea, wanneer je antwoord zoekt op de vraag

Slide 6 - Slide

oefentekst 1

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

In welke zin staat het bewijs? Markeer het bewijs



In welke zin staat het antwoord?
Markeer het bewijs.

In welke zin staat het bewijs? markeer het bewijs.

Slide 9 - Slide

In welke zin staat het bewijs? Markeer het bewijs



In welke zin staat het antwoord?
Markeer het bewijs.

In welke zin staat het bewijs? markeer het bewijs.
manier van profiteren 1: museum wordt bekender
manier van profiteren 2: ?

Slide 10 - Slide

In welke zin staat het bewijs? Markeer het bewijs



In welke zin staat het antwoord?
Markeer het bewijs.

In welke zin staat het bewijs? markeer het bewijs.
aussi (signaalwoord bij opsomming)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

les oeuvres les plus célèbres
A
beroemde kunstwerken
B
de beroemdste kunstwerken
C
de meeste kunstwerken
D
de moderne kunst

Slide 14 - Quiz

souvent seulement en noir
A
soms alleen in zwart
B
vaak vooral in zwart
C
soms vooral in zwart
D
vaak alleen in zwart

Slide 15 - Quiz

plusieurs essais
A
meerdere proeven
B
enkele proeven
C
meerdere veranderingen
D
enkele veranderingen

Slide 16 - Quiz

avoir envie
A
honger hebben
B
dorst hebben
C
zin hebben
D
ongelijk hebben

Slide 17 - Quiz