LMC Voortgezet Onderwijs

Vormgevingsaspect Compositie

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
1. Compositie
3. Licht
2. Kleur
4. Ruimte
5. Lijn
6. Textuur
7. Structuur
8. Vorm
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aspecten van de vormgeving
Compositie/ordening
Licht
Kleur
Ruimte
Lijn
textuur en structuur
vorm

VORMGEVINGS-ASPECTEN
1. Compositie
3. Licht
2. Kleur
4. Ruimte
5. Lijn
6. Textuur
7. Structuur
8. Vorm

Slide 1 - Slide

Compositie = een manier van ordenen, indelen, groeperen of structuur aanbrengen, een ander woord voor ordening of vlakverdeling. Je kan zo een element de aandacht geven of juist niet. Je maakt dus keuzes wat betreft ruimte, licht, kleur en vorm. Denk ook maar eens aan het indelen van je slaapkamer of de indeling van de pagina in de krant of tijdschrift. Bij het maken van een foto van je vriend(inn)en ben je ook bezig met de compositie; wie moet waar, is iedereen goed te zien, jij een beetje naar links, jij een beetje bukken, enz. Met je compositie kun je dingen laten opvallen en speciale effecten bereiken zoals spanning, beweging, rust en onrust. En het zorgt er voor dat alle onderdelen van je kunstwerk bij elkaar horen.

Een punt binnen een beeldend werk dat de aandacht trekt noem je een aandachtspunt. Je aandacht gaat naar dat punt zonder dat je dat bewust doet. Punten die aandacht trekken zijn;
-lichte plekken in een donkere omgeving
-snijpunten van overheersende lijnen
-primaire kleurvlakken
-verdwijnpunt bij centraalperspectief
-hoekpunten in compositieschema’s
-gezichten en handen
-ogen die je aankijken







Slide 2 - Slide

Een compositie zorgt er voor dat alle onderdelen van het kunstwerk bij elkaar horen.
A
Soms
B
Ja
C
Nee
D
Misschien

Slide 3 - Quiz

Wat kun je niet met een compositie bereiken:
A
Het er evenwichtig, harmonieus of er juist onrustig uitziet
B
Sommige onderdelen opvallen.
C
Dat het er kleurrijk uit ziet.
D
Je ziet dat alle onderdelen bij elkaar horen.

Slide 4 - Quiz

Jacques-Louis David, De eed van de Horatti (1784)
Wat is hier het belangrijkste aandachtspunt?

Slide 5 - Drag question

Onder de opbouw van een kunstwerk ligt vaak een schema verborgen, dit noemen we een compositievorm
Zo zijn er verschillende compositievormen waarmee de kunstenaar zijn werk opbouwt, orde aanbrengt:

1 Geometrische compositie
2 Horizontale of verticale compositie
3 Centrale compositie
4 Diagonale compositie
5 Overall compositie
6 Driehoeks (piramidale) compositie
7 Symmetrische compositie
8 Asymmetrische compositie




Slide 6 - Slide

Noem de 8 compositievormen.

Slide 7 - Mind map

A-symmetrische compositie
Overall compositie
Driehoeks compositie
centraal compositie
Geometrische compositie
Diagonaal compositie

Slide 8 - Drag question

1 Geometrische compositie:

De ordening heeft een meetkundig karakter, het lijkt of de kunstenaar alles langs een lineaal heeft neergezet. Je kunt er een geometrisch figuur (3hoek, 4kant, rechthoek of cirkel) omheen zetten. De kunstenaar  bereikt een evenwichtige, harmonieuze indruk door overheersende horizontale en verticale lijnen en de gelijkmatige vlakverdeling. Evenwichtig en harmonieus betekent dat het er rustig uit ziet.


Slide 9 - Slide

2 Centraal compositie:

Het belangrijkste onderdeel van de voorstelling is in het midden van het beeld geplaatst. Meestal is hierom heen meer omgeving te zien. Bij een portret spreek je meestal van een centraal compositie.

Slide 10 - Slide

Diagonaalcompositie:

De ordening loopt via een denkbeeldige diagonaallijn op het beeldvlak. Een compositie met schuine richtingen maakt dat het een diagonale compositie is, deze geeft een dynamische (bewegelijke) indruk.

Slide 11 - Slide

4 Overall compositie (verspreide compositie):

Het is een overzichtelijke manier van ordenen, waarbij geen van de afgebeelde elementen extra nadruk krijgt. 
Er is dus geen aandachtspunt.

Alle elementen zijn regelmatig over het beeldvlak verdeeld, hierdoor krijg je ritme.
Vaak zie je bij deze compositie een herhaling van vormen. 
Er is nauwelijks of geen sprake van overlapping en hierdoor wordt het afgebeelde erg plat.

Slide 12 - Slide

5 Driehoeks compositie:

Het belangrijkste element van de compositie valt binnen een denkbeeldige driehoek. Dit levert een rustig en evenwichtig beeld op. In een ruimtelijk beeld spreek je van een Piramidale compositie. Je ogen volgen de lijnen en komen bij de hoekpunten uit, hier kun je iets belangrijks (bv. het hoofd) neerzetten.

Slide 13 - Slide

6 Symmetrische compositie 

Een deel van de compositie wordt min of meer gespiegeld afgebeeld. Links en rechts is het beeldvlak grotendeels evenredig gevuld. Deze vorm van compositie kan verticaal, horizontaal, diagonaal of meerzijdig symmetrisch zijn. Een symmetrische compositie heeft vaak een rustig, statisch effect.

Slide 14 - Slide

7 Asymmetrische compositie:

Het midden van het beeld kan op geen enkele manier in twee gelijke helften worden gedeeld. Een asymmetrisch compositie zorgt voor spanning en onrust.

Slide 15 - Slide

Compositievormen bij 3D werken

Voor ruimtelijke beelden hangt de  compositievorm die je ziet af van de plek waar je staat. Als je voor het beeld staat zie je het vooraanzicht.
Sta je aan de zijkant dan noem je dat het zijaanzicht.
Bekijk je het kunstwerk van de achterkant dan zie je het achteraanzicht. 
Het Aanzicht is dus de plaats van waaruit je tegen iets aankijkt. Meestal de kant die het interessantst is. Elk aanzicht heeft een eigen compositievorm. 
Je kunt je voorstellen dat elke stap die je om het beeld heen zet een ander beeld oplevert.

Slide 16 - Slide

Plaats hier een foto van een vooraanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht.

Slide 17 - Open question

Opstelling (3D)
de manier waarop mensen of voorwerpen zijn neergezet.


Plaatsing (2D)
Waar een voorwerp, figuur, of vorm wordt neergezet.

Slide 18 - Slide

opstelling
Plaatsing
Plaatsing
Opstelling

Slide 19 - Drag question

Begrippenlijst

aandachtspunt: Het punt waar je aandacht naartoe wordt getrokken.
aanzicht (voor/zij/achter): De mogelijke kant waarvan je iets bekijkt.
asymmetrie: Wanneer twee helften niet elkaars spiegelbeeld zijn.
symmetrie: Wanneer twee helften elkaars spiegelbeeld zijn.
compositievormen: De manier waarop een kunstwerk is opgebouwd, hoe vormen zijn geordend tot een geheel.
evenwicht: gelijkmatige verdeling
harmonie: in evenwicht
herhaling: Het terugkeren van vormen, patronen of motieven.
opstelling: De manier waarop voorwerpen of voorwerpen zijn neergezet.
plaatsing: Waar een voorwerp, figuur of vorm wordt neergezet in een kunstwerk.
richting: De kant waar de hoofdlijnen in een compositie naartoe gaan.
ritme: Patroon dat ontstaat door herhaling van elementen in een kunstwerk.
vlakverdeling: De manier waarop vormen over een beeldvlak zijn verdeeld.

Slide 20 - Slide

Zoek kunstwerken op internet en plaats deze:
Geometrische compositie

Slide 21 - Open question

Centraal compositie

Slide 22 - Open question

Diagonaal compositie

Slide 23 - Open question

Overall compositie

Slide 24 - Open question

Driehoeks compositie

Slide 25 - Open question

Symmetrische composite

Slide 26 - Open question

Asymmetrische compositie

Slide 27 - Open question