H1 Inkomen en Welvaart en H2 Geld genoeg

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

H1 en H2

Je moet kiezen wat wel en niet kunt kopen dit noemen we

1. Behoeften
2. Prioriteiten stellen
3. Welvaart
4. Consumeren

Een nieuwe telefoon is een voorbeeld van ....

1. Primaire behoeften (basisbehoeften)
2. Secundaire behoeften (overige behoeften)

Wat is geen voorbeeld van vrije goederen

1. Lucht
2. Zonlicht
3. Fietspad
4. Wind

Sluikreclame is een voorbeeld van

1. Commerciële beïnvloeding
2. Sociale beïnvloeding

Omgaan met vrienden is een voorbeeld van ......

1. Welvaart
2. Welzijn

Waarom zijn jongeren een belangrijke doelgroep voor bedrijven

1. Wisselen vaak van verschillende merken
2. Hebben niet veel geld te besteden
3. Moeilijker over te halen om iets te kopen
4. Hebben invloed op aankopen in het gezin

Wanneer je in een aanbieding ziet staan 3 halen 2 betalen noemen we dat een

1. informatieve reclame
2. merk reclame
3. Ideële reclame
4. Sluikreclame

Wanneer jij stopt met het gebruik van instagram is dat een voorbeeld van consumer power

1. Juist
2. Onjuist

Een laptop kost normaal € 600,- Tijdens een aanbieding kost hij nog maar € 510,- Hoeveel procent is de laptop in prijs gedaald? Rond je antwoord af op hele procenten Vul het antwoord in zonder berekening of procentteken.

Wat is geen voorbeeld van duurzaam consumeren

1. Rekening houden met dieren
2. Rekening houden met planten
3. Rekening houden met kinderarbeid
4. Rekening houden met de prijs

Doordat fabrieken veel CO2 uitstoten brengt dit bedrijfskosten met zich mee?

1. Juist
2. Onjuist

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Dagelijkse uitgaven

Huur

Nieuwe fiets

Verjaardagscadeau

Gas water en licht

Blikje drinken

Inkomen uit arbeid

Overdrachtsinkomen

Inkomen uit bezit

Auto van de zaak

Zakgeld

Vakantiegeld

Huur inkomsten

Huurtoeslag

Je ontvangt 65 euro per maand. Hoeveel is dat dan per week. Rond af op een heel getal en noteer het getal zonder euro teken

Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een voorbeeld van autokosten

1. Benzine
2. Reparatie
3. Verzekering
4. Motorrijtuigenbelasting

Wanneer je elke maand geld opzij legt om een nieuwe telefoon te kopen is dat een voorbeeld van

1. Sparen voor de rente
2. Sparen voor een doel
3. Sparen uit voorzorg

Hoe hoger de rente hoe makkelijker het wordt om geld te lenen

1. Juist
2. Onjuist

De rente is 4% en de inflatie is 3%. Wat kun je nu zeggen over de koopkracht?

1. Die is 1% gestegen
2. Die is 1% gedaald
3. Die is 7% gestegen
4. Die is 7% gedaald

Stelling 1: Bij een aandelen leen je geld uit aan de overheid.
Stelling 2: Wat je verdient met beleggen noemen we rendement

1. Beide stellingen zijn juist
2. Beide stellingen zijn onjuist
3. Alleen stelling 1 is juist
4. Alleen stelling 2 is juist

Je wilt een nieuwe telefoon kopen voor € 400,-. Je hebt nu al € 40 op je rekening staan. Hoeveel moet je elke maand reserveren om over 2 jaar deze telefoon te kunnen kopen.
Noteer je antwoord als geheel getal en zonder euroteken.

Wanneer je wasmachine kapot gaat en je moet geld lenen om deze te repareren is dat een voorbeeld van

1. Lenen voor een tijdelijk geldtekort
2. Lenen voor een dure aankoop
3. Lenen voor de aankoop van een huis
4. Lenen voor een dringende uitgaven

Je wilt € 5.000,- lenen. Je hebt afgesproken dit in 36 maandelijkse termijnen van € 156,- terug te betalen. Hoeveel bedragen dan de kredietkosten.
Noteer je antwoord als geheel getal en zonder euroteken